Wij zijn onlangs een crowd
funding campagne gaan opstarten om fondsen te werven voor een BluePump en het opknappen van het onderkomen voor onze Groene Leerlingen. Een groep van onze ex
straatkinderen, jongens dus. Jongens die het vermogen én talent hebben om boer,
tuinman, handelaar of bedrijfsleider te worden. Wij hebben in 2012 een huis voor hen gevonden wat opgeknapt
moet worden en een paar grote tuinen waar water en andere voorzieningen moeten komen.
Andere Dakarkids die dóór willen leren kunnen doorstromen naar het vervolgonderwijs via ons opvanghuis
in Dakar of anders verhuizen naar het landelijke lyceum in het zelfde stadje waar onze
groene projecten zich bevinden. Dit kan nu vanwege onze een nieuwe zuster organisatie. Onze
oudste Dakarkids zijn Lamine en Demba en zij zijn beiden verantwoordelijk voor
het wel en wee van de jongere Dakarkids. Association Dakarkids heeft daarnaast
een grote groep vrijwilligers die betrokken zijn op de vele kleine en grote
deel projecten die deel uit maken van ons ‘community
development’ programma.
Voor Dakarkid Lamine zag de toekomst er in 2004 bepaald
niet rooskleurig uit. Hij was al vijftien maar leek eerder twaalf jaar oud.
Zijn oogwit was bedekt met gele en rode vlekjes. Zijn donkere huid was faal
grijs. Zijn veel oudere halfbroer had geassisteerd bij een NGO project waar ik
in opdracht van een buitenlandse donor een controle had uitgevoerd. Op de weg terug vroeg de broer of
wij even konden stoppen bij zijn ouderlijk huis. Het bleek een onafgewerkt huisje
te zijn aan de rand van een moerasgebied. In de doorgerookte kamertjes woonden
zijn vader met zijn derde echtgenote. De broer van Lamine was de eerste zoon
van de vader. De eerste echtgenote was al jaren eerder overleden. De tweede echtgenote
was de moeder van Lamine. Lamine zat buiten op een krukje. Alleen en op afstand van zijn familie. De moeder was psychisch in de war geraakt nadat de één jaar
jongere zus van Lamine in een put was gevallen. De zus was kort daarna
overleden aan vermoedelijk innerlijke bloedingen. Er was geen geld geweest voor
een ziekenhuis. Sinds het overlijden van haar enige dochter had de moeder geen
oog meer voor haar enige zoon. En ook geen woorden meer.
Het huwelijk met de derde vrouw was zeer vruchtbaar. Er
waren in vlot tempo vijf kinderen geboren. De tweede vrouw had stilzwijgend een
kleine kamer met haar zoon Lamine betrokken. Om zes uur in de ochtend staat zij
op en vertrekt naar de centrale markt om daar verse bonen te kopen. Vanaf acht
uur ’s morgens tot acht uur ’s avonds verkoopt de moeder haar bonen vanaf een
kleine wankele tafel. Zo doet zij dat al vijftien jaar. Stilzwijgend. De
halfbroer nam Lamine mee naar het NGO kerstfeest. Omdat Lamine niemand anders
kende dan zijn halfbroer en mij eerder had ontmoet blijf hij in mijn schaduw en
was behulpzaam bij het opruimen. Drie dagen later stond Lamine voor de deur van
mijn huis. Of hij mocht komen helpen met het huis was zijn vraag. Hij kon de
vele planten water geven die om het huis heen in grote bakken aan de
binnenmuren waren geplaatst. Mijn bureau stond onder een raam met zicht
op het voor terras. Na verloop van tijd zag ik veel water onder het entree hek naar
buiten stromen. Achter het huis stond Lamine met de tuinslang in zijn hand bij
de bananenboom te slapen.
Toen ik hem wakker maakte glimlachte hij verlegen. En hij
vroeg verlegen maar ook enigszins bang voor afwijzing. ‘Mag ik hier komen wonen’?
Waarom wil je dat vroeg ik hem? Lamine verteld dat hij door ziekte al drie jaar nauwelijks naar school was geweest.
Ja hij ging wel maar hij werd vaak weg gestuurd omdat hij in de klas lag te
slapen. Hij was zeer achteropgeraakt en al vijftien jaar. Men had hem al maanden
daarvoor gezegd maar een baantje te gaan zoeken. Maar Lamine is een Mandinka. En die werken
niet onder een baas. Zij drijven liever handel om zodoende zelfstandig te
blijven. De ouders van Lamine kwamen van platteland en waren tijdens de grote
droogte aan het begin van de jaren ’80 van de vorige eeuw naar de grote stad
getrokken. De familie hadden jarenlang in een barak van gevonden hout gewoond en pas
de laatste jaren was er wat geld geweest voor betonblokken. Het huisje had een
dak met golfplaten en elk jaar werd er een stukje aangebouwd. In 2004 woonden
bijna 500.000 mensen in de ‘spontane’ wijk. Zonder riolering en waterleiding.
Ontlasting word in beerputten opgevangen die hun restanten vrijgeven als er
overstromingen zijn tijdens de regenperiode. Ideaal voor malaria en cholera.
Lamine heeft het overleefd. Later bleken er meer jong
overleden kinderen te zijn geweest. Daar wordt niet over gesproken. Want Allah
wikt én beschikt. En het leven gaat immers door. Het werd mij steeds meer
duidelijk dat Lamine niemand had die écht iets voor hem zou kunnen
betekenen. En Lamine had kennelijk
besloten dat ik de persoon zou gaan zijn die wél iets voor hem zou gaan
betekenen. Hij is nooit meer terug gekeerd naar zijn familie. Een bloed
onderzoek wees uit dat Lamine verschillende keren malaria heeft gehad die een
chronisch patroon begon te krijgen. Ook heden heeft het lichaam van Lamine een
paar dagen per maand een moeilijke periode. Hij mag ook geen hoge koorts
krijgen want dat zou dodelijk zijn. Nu, bijna tien jaar later is Lamine sterk
en gezond met op de achtergrond de sluimerende mogelijkheid dat de malaria en
die andere ziekte plotseling kan toeslaan. Lamine is niet alleen. Er zijn
duizenden jongeren zoals hij die door ondervoeding en onvoldoende behandelde
ziekten in hun jonge jaren de kans lopen om chronisch ziek te worden en
plotseling te overlijden.
Het doet innerlijk pijn om hier over te schrijven. Het is
intiem en persoonlijk. Maar wel de realiteit. Een Afrikaanse realiteit. Want in
Nederland met ons overspannen maar voortreffelijke zorgstelsel is alles
gebaseerd op repareren en kwaliteitszorg. Een paar jaar geleden hebben Lamine en
ik samen de film (een serie) Robinson Crusoe op DVD
gezien. Waarin Crusoe die zelf enige jaren slaaf is geweest, zich ontfermt over
een ontsnapte slaaf die hij Vrijdag noemt. Genoemd naar de dag van zijn bevrijding. De
film gaat over een oudere witte man en een jongere zwarte man die door het lot samen zijn gebracht
en door de jaren heen met elkaar leren leven en elkaar zijn gaan begrijpen. Er
groeit ook een diepe emotionele band tussen beiden. Die soms hevig onder druk
komt te staan vanwege cultuurverschillen. Het is de warme sympathie en de
wederzijdse afhankelijkheid die hen dan weer samen brengt. Lamine en ik moesten
soms verschrikkelijk lachen om de problemen die Vrijdag en Robinson met elkaar
hadden. Zij kwamen ons méér dan bekend voor.
Lamine is pas gaan lezen en schrijven vanaf zijn
zeventiende. De uitdaging was het rijbewijs. Hij moest immers de theorielessen
kunnen volgen en verkeersborden kunnen lezen. Een maand na zijn achttiende
verjaardag haalde hij met glans zijn rijbewijs. De computer deed de rest.
Facebook en andere sociale media bieden veel beeldmateriaal maar ook kleine
teksten. Afrikaanse jongeren voelen haarfijn aan dat de sociale media ‘hun’
gebied is. Meer dan 60% van de oudere Senegalezen kan niet lezen of schrijven.
Dan is er nog een hoog percentage half analfabeten. De Afrikaanse jeugd in de
grote steden (binnenkort woont ook half Afrika in steden) communiceren zeer
veel via Facebook en ook sms’en komt in zwang. De digitalisering van de
Afrikaanse jeugd is daarom hún terrein. Dit proces steun ik van harte. Het
geeft de jeugd een stem die pas over een paar jaar gehoord zal worden. Maar het
broeit prima onder de jongeren. Onze Dakarkids leren bij ons meer achter de
computer dan op hun scholen. Als elke leerling in Senegal een iPad zou hebben
in plaats van de nu nog steeds in gebruik zijnde lei of de nare schriftjes van
goedkoop papier met die rot pennen. Dan zouden de Senegalese kinderen binnen
enige jaren het zelfde niveau hebben als bijvoorbeeld de Nederlandse
schoolkinderen.
Het is voor Lamine en ook voor de andere oudere Kids een
flinke uitdaging en zeker ook niet makkelijk om al zoveel verantwoordelijkheid
voor elkaar te moeten dragen. Senegal is immers een land waar de ‘ouderen’
traditioneel de dienst uit maken. Maar die hebben er tot zover nog niet veel
van gebakken. En door de sociale media, zien en lezen de jongeren dat het ook
anders kan. Het is dus zaak om (onze) jongeren op te leiden tot ‘nieuw
leiders’. - Nieuwe leiders die oog hebben voor een gezonde economie en die
de sociale belangen van kinderen en ouderen standaard in hun pakket meenemen
maar ook binnen de grenzen van de ecologische mogelijkheden leren denken (en
doen).
In de afgelopen jaren hebben wij veel Europese en ook
Amerikaanse jongeren mogen ontvangen. Die kwamen bij ons voor een korte of
lange stage. Of voor een afstudeer project. Voor hen was het verkrijgen van een
visum geen enkel probleem. Als onderdeel van onze fondsenwerving gaan Lamine en
ik deze zomer vijf weken door Nederland fietsen. Wij gaan op tournee om onze
donateurs te bedanken en misschien vinden wij nieuwe donateurs die verder
kijken dan de schuldencrisis en met raad en daad onze projecten willen steunen.
Voor het visum van Lamine moeten 10tallen papieren ingevuld worden. Er moeten
garanties door bevriende Nederlanders worden afgegeven en wij moeten de
autoriteiten er van overtuigen dat Lamine écht terug gaat naar Senegal. Terwijl
wij weten dat Lamine niet eens zou willen blijven. Hij vindt vooral dat hij
verantwoordelijk is voor de Kids en ziet de reis als een uitdaging om ook hen
te vertellen dat Nederland weliswaar mooi is maar dat Afrika toch meer toekomst
perspectieven bied. En volgend jaar wel Lamine mee naar Indonesië om mee te
helpen een boek af te maken
en ook om Purworedjo te bezoeken waar in de 19de eeuw honderden Afrikaanse
KNIL militairen gezinnen hebben gesticht en gebatikte doeken naar Afrika
stuurden die nu zo geliefd zijn als wax textiel.
Wij gaan dus gezellig vijf weken door Nederland fietsen in de maand
augustus (als de autoriteiten niet moeilijk doen) en wij bereiden alvast een 15
minuten presentatie voor. Via een laptop en een kabeltje kunnen wij ‘waar dan
ook’ op een TV scherm laten zien met hoeveel plezier wij ons werk doen en welke
zorgen wij soms hebben. Mensen die ons willen ontvangen nemen wij graag op in
onze fietsroute maar schrijf ons even een berichtje via dakarkids@gmail.com of via facebook dan fietsen wij er wel een mouw
aan.
En stel dat Robinson Crusoe en Vrijdag over fietsen
hadden kunnen beschikken en een routeplanner hadden gehad? Wij hebben er reuze
zin in!
Wat een prachtig idee, ik hoop dat jullie reis door gaat en dat het visum verleend word.
BeantwoordenVerwijderenMerci Diana!
BeantwoordenVerwijderen