woensdag 18 april 2012

Kort lopende ontwikkelingswerk projecten hebben weinig effect, buitenlandse expertise wel

Terwijl Doutzen Kroes en ons aller Ben Knapen over seks praten ben ik aan ook aan het filosoferen over de toekomst van het ontwikkelingswerk. Terwijl er vandaag al zoveel anders te doen is. Als Dorine van Norren het doet dan kan ik het ook wel een beetje denk ik dan maar. Filosoferen betekend ook goed op de hoogte zijn met het verloop van projecten uit het verleden. In 2007 was er een persbericht te lezen op de website van de Radboud Universiteit Nijmegen. Het CIDIN had een onder leiding van Lau Schulpen een onderzoek gedaan naar de claim die veel particuliere ontwikkelingshulp projecten zouden leggen dat hun projecten effectiever zouden zijn dan zeg maar de ‘professionele  organisaties’. Uit het onderzoek zou blijken dat deze claim niet waar werd gemaakt. Schulpen sprak toen over circa zes- tot vijftienduizend particuliere projecten en in 2011 werd het aantal op circa tien duizend geraamd.

Hier in Senegal was het rond 2007 een komen en gaan van kleine en wat grotere projecten. Websites en mensen met grote plannen verdwenen meestal na een jaar of twee en de samenwerking met ‘officiële’ regering instanties leek hoopvol maar bleek vaak een lege huls waarbij men ook vaak te maken kregen met ‘regering personen’ die meer aan hun eigen inkomen en hun familie dachten dan aan de doelstelling van het project wat zij zouden ondersteunen. Ik schrijf dit vandaag maar eens heel diplomatiek. De boze rode blos die ik nu heb zal wel door de zon komen. In 2007 hebben wij een vogelvlucht opsomming gemaakt van West Europese projecten aanwezig in Senegal. Dat waren er toen circa 500 waarvan er in 2012 nog circa 100 aanwezig zijn. Dwz er zijn veel websites of blog’s met pagina’s waarvan velen al heel lang niet meer ge-update zijn. In ons eigen arrondissement waren in 2007 circa 25 projecten actief. Vanaf 2008 kwam de klad er al in. In 2012 zijn er nog vier projecten over waarvan wij er een zijn. Vraag is hoe effectief zijn de particuliere projecten als de levensduur zo kort is?

In de vaak nog na rokende project locaties waar geen buitenlander meer is te bekennen praat ik nog wel eens na met de ex-medewerkers of vrijwilligers die weliswaar wisten dat het project (de hulp) tijdelijk zou zijn maar zich toch in de steek gelaten voelden omdat zij weliswaar wat gereedschap hadden gekregen maar onvoldoende materiaal, geld en instructie om het project voort te kunnen zetten. Op mijn vraag of er dan niet een lange termijn plan was gemaakt inclusief financiering en eventueel extra subsidie aanvragen bij wie dan ook wordt veelal ontkenend geantwoord. De werkeloosheid onder de toenmalige project medewerkers is over het algemeen zeer groot. Veelal kreeg maar één van de medewerkers of vrijwilligers een relatie met een buitenlandse stagiaire of project medewerker(ster) en had hierdoor de mazzel om naar het buitenland te kunnen vertrekken. Kleine projecten blijken vaak ideale visvijvers te zijn voor tijdelijke baantjes, hulpgoederen en liefdesrelaties.

Met name Nederlandse projecten schenken en bouwen graag schooltjes of educatie centra. Leuke projecten en nix mis mee. Hiermee nemen zij echter wel de taak van de overheid over. In plaats van het donatiegeld te gebruiken om de overheid onder druk te zetten en bij wijze van spreken te dwingen om de bestaande publieke scholen/centra uit te breiden worden de nieuwe schooltjes aan specifieke bevolkingsgroepen geschonken en worden er dus eigenlijk privé scholen neer gezet waarvan het eigendom onduidelijk is. Maar niets doen is ook onhandig. Niet alleen in Senegal maar ook elders in bijvoorbeeld Afrika heb je twee soort eigendom. Eigendom van de gemeenschap of familie-eigendom. Eigendom van de gemeenschap is van en voor  iedereen en dat geeft vaak verantwoordelijks problemen. Eigendom van de familie betekend dat de eigen familie en dus ook de eigen ‘stam’ voorrang heeft. Dit laatste wordt bijna altijd ontkend maar veelal blijkt toch dat bijvoorbeeld in een schooltje de voorkeur wordt gegeven aan familieleden of aangetrouwde c.q. bevriende collega’s. Wij hebben een sollicitatie procedure die selecteert op kwaliteit en ervaring. Men moet tevens drie referenties opgeven die géén familie zijn dus een neutraal oordeel kunnen geven. Meer dan 90% van de sollicitanten valt hierdoor af. Het schenken van een nieuw schooltje aan de gemeenschap kan alléén echt goed geregeld worden middels een nieuw op te richten stichting met een onbezoldigd bestuur wat geen banden heeft met de leiding en de teamleden van de school. Alles liefst onder toezicht van de gemeente en de onderwijsinspectie. Het gebeurt overigens zelden dat de buitenlandse donoren deze onderhandelingen en juridische aspecten mee-schenken uiteraard inclusief een stappenplan waarin het terugtrekken van de donoren en het verdere verloop van het project goed geregeld wordt. 

Hiermee kom ik op een punt wat veelal over het hoofd wordt gezien. Schenk en bouw geen scholen, kinderhuizen, boerderijen, kwekerijen, waterpompen, medische posten, internetcafé’s enz. als er niet heel duidelijk een vraag uit de gemeenschap is gekomen. En de gemeenschap is groter dan die aardige jongen of leuke vrouw die men tijdens een toeristische trip ontmoet. Neem de tijd om je te oriënteren op de mogelijkheid om iets ‘blijvends’ neer te zetten wat ook na het vertrek van de buitenlanders (jij en de anderen) nog voort kan blijven bestaan. Korte termijn denken en korte termijn hulp zijn zoals een ieder weet vaak funest voor elke ontwikkeling. In mijn volgende blog bijdrage zal ik een test publiceren waar professionele en amateur ontwikkelingswerkers een zelftest kunnen doen om te onderzoeken of zij voldoende uitgerust zijn om bijvoorbeeld in Afrika aan de slag te gaan als hulpverlener c.q. ontwikkelingswerker. Of word het juist tijd voor een nieuwe naam?


Op de foto hieronder een foto van afgelopen zaterdag. Het is een zogenaamde Daara ofwel Koranschool onder leiding van een Oustache ofwel een zelfbenoemde Koranleerkracht. Er slapen 37 kinderen in het hok. De Talibé ofwel leerlingen bedelen circa 12 uur per dag. Hiermee betalen zij hun leerkracht voor zijn goede zorgen. Hun Daara bevind zich op 50 meter van Dakarkids. Onze Kids nemen bijna dagelijks een Talibé mee om onder de douche te zetten en om infecties te laten behandelen. Ook geven zij vaak hun eigen kleding weg aan hen. Vandaag ga ik zelf met de Oustache praten om te vragen wat precies zijn bedoeling is met deze 37 kinderen. Daarna ga ik praten met de notabelen en wijze mannen uit onze gemeenschap praten om te bezien of de kinderen weer terug kunnen naar hun dorp vlakbij het Vaticaan van Senegal Touba. Want zo gaat dat hier. Met blijven praten en aandringen (charmant zeuren op zeikniveau) kom je een heel eind.



een Koranschool in Yoff/Dakar 

op 50 meter afstand van het dakarkidsgebouw




De Talibe zijn meestal onderweg met een leeg tomatensausblik


"Als ik in mijn klamboe lig te dromen"


klik op de doos s.v.p.






dakarkids heeft geld nodig voor een zeer noodzakelijke watertank

Sarkozy heeft het te druk en kleine Lamine wacht op water




de achterzijde van ons centrum 

wat met hulp van de gemeenschap is verkregen 



solidariteit is de basis voor ontwikkelingssamenwerking
binnen dakarkids zijn de kids zeer solidair 
ook als zij naar een dakarkids gastgezin zijn vertrokken



Doetzen Kroes en Ben Knapen bekijken een seksboek

enige NL/Senegal projecten in Senegal







http://maisondelalumiere.org/






Association SENESF een project in Mbour wat ook door Dakarkids wordt gesteund


Saliou de kleine jongen op de foto is doof en komt regelmatig vanuit Mbour naar Dakarkids voor medisch en sociaal advies