zaterdag 17 mei 2014

Afrikaanse toverdrankjes en andere rituelen als therapie bij een dissociatieve identiteitsstoornis


Op 28 maart 2013 schreef ik over Dakarkid J. Lees daaronder het vervolg. J. een jaar later.

Dit is geen mooi verhaal. Sinds een paar maanden hebben wij een nieuwe jongen in ons opvanghuis. Wij noemen hem hier maar J. want hij werd op Kerstavond gebracht. Hij is dertien, te slank en eigenlijk iets te klein voor zijn leeftijd. Hij heeft een vriendelijk en charmant gezicht en grote vragende ogen die soms en onverwacht kunnen veranderen in een donkere blik. Ook zijn lippen verstrakken dan en zijn gezichtsuitdrukking veranderd van open naar boos gesloten. In zijn mondhoeken spelen zich dan zenuwtrekjes af en zijn stemgeluid heeft een ander timbre. J. kan zeer behulpzaam zijn en wist al na korte tijd goed de weg in het gehele huis.

Aan tafel, als wij met z’n allen eten kan hij heel zwijgzaam zijn of samenzweerderig fluisteren en afkeurende geluiden mompelen. Op andere momenten is hij vrolijk en kan met veel plezier anekdotes vertellen die vaak gaan over vreemd gedrag van anderen op school of op straat. Het zijn dan de anekdotes van een observator die een voor hem vreemde wereld beschrijft waar hij zelf niet aan deelneemt.

J. kan heel lief en voorkomend zijn. Hij is dan zeer hulpvaardig en voert snel kleine taken uit. Hij luistert aandachtig en lijkt dan tevens te willen leren. Hij kan toenadering zoeken en bijna affectief zijn. De lichte verkramptheid die hij dan meebrengt lijkt op charmante onhandigheid of zenuwachtigheid. Soms wil hij het té goed doen en dan moet de taak of opdracht meerdere keren uitgelegd worden.

J. laat geld stelen. Hij spoorde een andere jongen aan die ook nog niet zo lang bij ons woont om geld te stelen. Hij observeert een tijdje waar het geld te halen zou zijn. Ontwikkelt dan een strategie. Spreekt het scenario langdurig door met zijn makkelijk te beïnvloeden vazal en laat de vazal het geld stelen. Natuurlijk komt het uit. De dief wordt zwaarder gestraft dan de mededader. Maar na de derde keer werd het patroon duidelijk. J. was steeds betrokken geweest en bleek het plan bedacht te hebben.

Wij hanteren een open systeem. Als er iets gejat is dan wordt het uitgebreid aan tafel of in de woonkamer met alle kinderen besproken. De dader(s) worden aangespoord om van A tot Z te vertellen hóe zij te werk zijn gegaan en wát zij met het gestolen geld of voedsel hebben gedaan. Wat zij gekocht hebben of bij welke voetbaltafel in de buurt zij met het gestolen geld hebben gespeeld. Dan, vertellen wij hoe wij er achter zijn gekomen en hoe het ‘verhoor’ is verlopen. En welke straf wij hebben opgelegd. Onze straffen zijn extreem mild in vergelijk met de straffen die in Senegalese families worden gegeven. Wij werken mee aan schaamte door het ‘open te gooien’. 

Dieven worden hier in Senegal over het algemeen buitengewoon hard geslagen. En vaak met broekriemen of stokken bewerkt. Tot bloedens toe. J. blijkt dit vroeger herhaaldelijk te hebben ondergaan. Hij is zelfs een aantal keren door speciale Marabouts (traditionele genezers) behandeld, met anti-steel kruiden en speciale drankjes. Er is ook een klein schaapje geofferd en J. kreeg een lange veter om zijn heupen met kleine leren zakjes waarin Koranspreuken en toverkruiden zijn genaaid.

J. is aangemeld door zijn moeder. Een moeder van de Serer stam die op 15 jarige leeftijd is verleid door een 12 jaar oudere Lebou –man. De Lebou zijn de oorspronkelijke vissers uit onze wijk. De moeder was als dienstmeisje naar Dakar gekomen en werkte bij een bevriende familie van de verleider. Toen de moeder zwanger bleek vluchtte de man naar de omgeving van St. Louis en heeft zijn zoon J. nooit gezien. De jonge moeder ontmoete een paar jaar later een andere Lebou man. Zij trouwden en zij kregen samen een tweeling en nog een derde jongen. De kleine J. werd echter nooit echt in de nieuwe familie opgenomen waar de moeder minder als schoondochter maar eerder als dienstmeid werd opgenomen.

J. was het onechte en ongewenste kind wat al vroeg leerde om onzichtbaar te zijn in de sociale context van de grote Lebou familie. Families die scholing uit de weg gaan want de bewerkelijke visvangst bracht genoeg inkomen als iedereen van jongs af aan zou meewerken. Door de leegvisserij van de grote trawlers uit Europa, China en Japan is de armoede onder de Lebou vissers aan de kust van Senegal de laatste twintig jaar bijzonder toegenomen. Hierdoor kwamen huwelijken onder druk te staan en verlieten veel mannen hun gezinnen om nooit meer terug te komen.

De moeder van J. werd gedwongen om buitenshuis te gaan werken als schoonmaakster maar moest wel haar volledige salaris inleveren. Na het laatste kind was de liefde tussen de moeder en de man over. De moeder leefde met haar vier jongens in een zijkamer van de binnenplaats en moest na haar schoonmaakwerk bij een Europees-Senegalees echtpaar eenmaal thuis gekomen de was doen voor de gehele Lebou familie. Verleden najaar is zij weggegaan uit de familie. Zij mocht alleen J. meenemen. Na enige weken heeft zij J. bij ons aangemeld. Zij had onvoldoende geld om hem te eten te geven en J. bleek hele dagen door de wijk te zwerven. Ook omdat hij geen schoolspullen had.

J. is dus anders dan onze andere kinderen. J. blijkt dubbel aandacht nodig te hebben. J. heeft twee zeer verschillende persoonlijkheden in dat slanke wat nerveuze lichaam. Met die grote soms prachtige en dan weer zo donkere ogen. J. leeft in twee werelden. De ene wereld is een gedroomde wereld. Het is de wereld waarin hij zijn vader ontmoet die een succesvol zakenman blijkt te zijn in St. Louis en al jaren naar zijn zoon J. verlangt die het zo goed doet op school en zo slim en charmant is waardoor de vader enorm veel van hem houdt. Op een dag ontmoet J. eindelijk zijn vader die hem met betraande ogen aankijkt en niets anders kan zeggen dan - ik heb altijd van je gehouden mijn zoon.

De andere wereld van J. is de klagende moeder die hem aan zich bind door álles met hem te bespreken. Haar dagelijkse zorgen, haar haat tegen die twee mannen die haar vier kinderen hebben geschonken maar niets voor haar en haar kinderen willen doen. De klagende en verlaten moeder zit dan in haar kamertje met het 15watt lampje. Haar schaarse bezittingen in een paar zakken. Een mat met een goedkope ingezakte matras is haar stoel. J. zit op enige afstand op de grond tegen de muur geleund met opgetrokken knieën en luistert en reageert soms beleefd of semi-grappig op de klaagzang van zijn moeder. J. heeft zelf nauwelijks kleding of bezittingen. Dat is hij gewend. Zijn enig houvast is die verre vader die zo veel van hem houd.

J. en ik hebben onlangs een lang gesprek gehad. - J. weet je eigenlijk wel dat wij hier in huis heel veel van je houden? – Ook al steel je de hele toko leeg. Want eigenlijk steel jij van jezelf. Want alles wat hier is, is er ook voor jou en dus ook ván jou.

J. kijkt verschrikt op. - Ja J. wij houden van jou want wij denken dat wij weten waarom jij zo bent. Er wonen twee héél verschillende jongens in jou. Twee jongens die elkaar niet goed kennen en toch al heel lang samen wonen. Ons probleem is dat wij eigenlijk maar met één van de twee om kunnen gaan. Jij zal dus een keuze moeten maken wie van de twee mag blijven. Die twee jongens die in jou wonen zijn allebei even goed en soms heel ondeugend met momenten van opjutten tot stelen van spullen of geld wat niet van een van die twee jongens is. 

Je zal dus moeten kiezen wie hier mag blijven wonen. Want diegene die hier van jou mag blijven wonen die zal alle liefde en aandacht krijgen die nodig is om wat vroeger allemaal gebeurd is een beetje goed te krijgen. De liefde en aandacht kan er ook voor zorgen dat jij je hersenen gaat gebruiken om het goed te doen op school en dat je vrienden krijgt die niet behoeven te kiezen uit één van die jongens die in jou wonen. Jou aanstaande vrienden hebben toch ook het recht om te weten met wie zij bevriend zijn!

J. laat zijn hoofd zakken. Zijn schouders trekken iets naar elkaar toe en zijn blote voeten zoeken elkaar. Hij ziet er zo kwetsbaar uit. Het lijkt wel alsof wij achter zijn geheim zijn gekomen. Zijn dubbelleven. Zijn gedroomde realiteiten die hem de kracht gaven om alle problemen en de afwijzingen te kunnen overleven. Zijn wijze van (negatieve) aandacht vragen door te stelen, straf te krijgen en dan vergeven te worden omdat J. zich dan een tijdje voorbeeldig gedraagt en dan kleine complimenten krijgt. Complimenten die hij zo hard nodig heeft.

De grote loyaliteit aan zijn moeder kan hem zeker vergeven worden. Hij is haar zoon, haar surrogaat man én de beschermende surrogaat vader van de jongere andere drie kinderen. Toch wel wat te veel voor een jongen van dertien.

J. eigenlijk heb je wel mazzel – Je hebt nu een tamelijk witte vader en nog belangrijker een oudere broer (opvoeder L.) die ook jou grote broer, oom, vriend en begeleider is. En J. wij hebben besloten dat we nog beter voor je gaan zorgen dan de laatste maanden. We gaan géén kasten voor jou op slot doen. Je mag overal aanzitten. En je mag naar buiten wanneer je maar wilt, als je het maar even meldt want dat is normaal! Je moet zelf maar gaan kiezen wie jij wil zijn. En je moet eens gaan nadenken waar jij eigenlijk naar toe wilt. Niet vandaag maar in de toekomst. Want het is jou toekomst. 

J. hief zijn hoofd weer op hij zat er niet meer zo verslagen bij. Maar leek eerder opgelucht. Alsof er een grote last van hem was afgevallen. De laatste weken lijkt J. wat meer ontspannen te zijn. Gisteren trok ik hem even naar me toe. Je doet het goed J., je doet het goed!

J. zal echter niet snel kunnen veranderen. Hij heeft veel tijd nodig om de trauma’s van voorheen te kunnen wegwerken. Die tijd gaat hij ook krijgen. Er is in Europa een discussie gaande over het probleem waar J. kennelijk mee kampt (dissociatieve identiteitsstoornis). In Villa Dakarkids zijn wij niet zo van de etiketjes en labels. Liever bieden wij een heldere structuur met veel regelmaat en rust momenten waarin er voldoende vrijheid is voor ieder individu om zijn eigen persoonlijkheid te ontwikkelen. 

De andere kinderen in huis zijn door de open gesprekken over wat goed en slecht is voldoende in staat om J. ook te helpen met het vinden van zijn persoonlijkheid. Daarbij komt dat kinderen toch niet doen wat je hun zegt. Je moet hen voordoen of voorleven hoe jij het zou willen hebben. En wie is er eigenlijk wél normaal? 

Hoe gaat het nu met J. - 16 mei 2014

Wij zijn meer dan een jaar verder. J. heeft vele worstelingen met zijn persoonlijkheden door gemaakt. De heftige band met zijn moeder veroorzaakt de grootste problemen. Het is een wederzijdse haat-liefde verhouding en zij laten elkaar nauwelijks los. J. slaapt 's nachts bij zijn moeder in de kamer en gaat overdag naar school en is daarna bij ons voor het middag en avond eten. Zijn moeder zegt nooit geld te hebben voor zijn eten, drinken, kleding en schoolspullen. Toch is zij zeker 15 kilo dikker geworden in het afgelopen jaar. Zij is kookster in een Senegalees-Frans gezien in de rijke mensen buurt van Dakar. Zij verdient 60 euro per maand voor zes dagen werken van 7.00 tot 15.00 uur. 

J. is het afgelopen jaar vaak 'in de fout gegaan'. Hij pikt kleine bedragen door boodschappen half uit te voeren. Hij komt dan met minder terug dan was gevraagd. Of hij pikt gehaalde boodschappen terug en wisselt deze in voor geld in de winkel waar hij voor ons de boodschappen haalde. 

Op school zorgt hij ervoor dat hij voor alles net een 6 haalt. Dus hij gaat wel over. Zo doet J. het met alles. Hij loopt voortdurend op het scherp van de snede. Onlangs kwam hij uit school. Hij had met typex het woord 'normal' op zijn arm geschreven. Sindsdien word hij 'normal' genoemd. De wens om 'normal' te zijn was kennelijk meester van de gedachte. De warmte, structuur en confrontaties met zijn gedrag lijken aan te slaan bij J. Toch vermoed ik dat hij nog een zeer lange weg heeft te gaan. In zijn ogen leeft voortdurend een ander vuur. Een onbestemd vuur. 

Zijn stem kan warm en sympathiek zijn. Als hij liegt of ontkend dan fluistert hij bijna. Gelukkig laat hij zich niet ontmoedigen en blijft hij komen. In de zomervakantie gaat hij drie maanden naar Sandiara. Wij hebben een plek voor hem gevonden bij een oude wijze natuurgenezer. Hopend dat J. tussen de kruiden en planten zich nog 'normaler' gaat voelen. 





West Afrikaanse maskers geven over het algemeen 
een gemoedstoestand weer.

De Marabouts en de traditionele genezers worden 
ondanks de aanwezigheid van de Islam en het Christendom 
door een zeer groot deel van de bevolking geraadpleegd. 

Op alle markten kan men kruiden, drankjes, steentjes, schelpjes 
en voorwerpen vinden die gebruikt worden als preventie 
of als therapie bij de dagelijkse of nachtelijke ongemakken. 

De vele hals, arm en buikveters met de zogenoemde Gris-Gris 
worden veelal via de Marabouts betrokken. 














Op deze uitsnede van de grote tekening is duidelijk te zien dat de oudere Dakarkids bij de jongens waken als zij op de mat (links) slapen

De magen van een ieder zijn goed gevuld. 
De meisjes zijn dun en aan het werk getekend 

2 opmerkingen:

  1. Tranen in mijn ogen door de herkenbaarheid van dit verhaal... We wensen J. alle goeds van de wereld!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Liefde en geduld.. mooi William!

    BeantwoordenVerwijderen

plaats een reactie we horen graag van je!