woensdag 16 mei 2012

Kon Kelei: Een land waar een zwarte voetballer zo belangrijk is, dat moet wel een goed land zijn

Het was op 26 oktober 2009 rond het vriespunt op het grijze perron van het Amstelstation. In Dakar zou het circa 25 graden en zonnig geweest zijn. Ik was vandaag vijf dagen in Amsterdam en had het koud ondanks mijn onderhemd, hemd, trui en dikke jas. De trein van 15.40 had vertraging. Er stond een donkere jonge man ik keek naar hem en hij keek naar mij of was dat maar verbeelding. Ik zocht in mijn herinnering naar gezichten uit Senegal en vergeleek deze met het gezicht van de jonge man die zo rustig op drie meter afstand stond te wachten. Ik voelde terwijl ik mij omdraaide dat hij ook naar mij bleef kijken. In gedachten overwoog ik dat zijn huidskleur niet van de stad was. Het was een donker ebbenhouten tint die in de streek van Joal op circa 200 kilometer van Dakar veelvuldig is te zien. Als er aanstaande straatkinderen uit Joal  in Dakar aankomen. Dan hebben zij nog die donkere tint met die dichte huidstructuur waar zo makkelijk het grijze stof van Dakar op blijft kleven. Pas na vele maanden op straat of in het kraakpand van hun zogenaamde Koranschool wordt de huid iets opener. Misschien door andere eetgewoontes en meer suiker. De gebedelde suikerklontjes worden vaak met water door de kinderen weg gespoeld. De suiker maakt hen ook gedreven en onrustig. De jongeman op het station zag een oudere man met een diepgebruinde huid en handen in de zelfde kleur. Wij waren beiden het meest donker getint van treinpassagiers om ons heen. Aan de andere kant van het perron stapte een mengelmoes van nationaliteiten in de naar Amsterdam Zuid-Oost vertrekkende metro. Zuid-Oost, wat vroeger de Bijlmer werd genoemd.

Wij staarden elkaar nog een paar keer aan en uiteindelijk vroeg ik hem in het Frans of hij soms uit Senegal kwam en mij soms kende. Hij hoorde het woord Senegal en sprak in het Engels dat hij uit Soedan kwam. Er ontstond een gesprek waarbij ik verteld dat ik in Senegal werkte en dacht hem mogelijk te herkennen. Hij dacht mij ook wel eens gezien te hebben. Maar wij kwamen er snel achter dat wij elkaar nooit eerder hadden ontmoet. De trein rolde het station binnen en als vanzelfsprekend namen wij samen plaats in de half lege trein. Hij verteld mij dat hij als gevluchte kindsoldaat in Nederland was aangekomen en nu vele jaren later bijna klaar was met een rechtenstudie en in de afgelopen dagen naar een WarChild congres was geweest, een organisatie waar hij vrijwilligerswerk voor deed. Of hij na zijn Internationaal Recht studie terug zou keren naar Soedan of anders carrière zou maken in bijvoorbeeld Brussel? Zeer beslist antwoordde hij – Nee, ik ga terug om mijn land te helpen bij de wederopbouw. Er zweemde een trieste glimlach op zijn gezicht en hij keek even weg toen hij zijn woorden zo beslist had uitgesproken. Hij vertelde dat hij ook een school aan het bouwen was met vrienden en met geld uit Nederland. 


Opeens hadden wij iets gemeenschappelijks en bekijken wij samen op de laptop de beelden van het Dakarkids project. Na een serie foto’s met de straatkinderen van Dakar en daarna de schoongewassen Dakarkids in hun schooltje of etend aan tafel kon ik aan zijn gezicht zien dat hij de Kids hun nieuwe leven in de stad volledig gunde. Ik noteerde zijn website en naam en wij gaven elkaar een hand - Kon Kelei. Wij waren nu geen vreemden meer en hadden het zelfde doel, met een theelepeltje hulp uit Nederland, kinderen in Bor en Dakar aan een goed onderwijs helpen. Wij voelden dat het goed was om samen even over Afrika te praten. Om er even te zijn- met onze gedachten en bezorgdheid. Een bezorgdheid die voor ons beiden een andere grondslag had. Kon miste zijn cultuur en familie en moest veel geduld opbrengen om zijn studie af te maken. Zelf ben ik in Dakar om enerzijds de toegenomen maatschappelijke hardheid in Nederland te ontlopen en tegelijkertijd Nederland de Afrikaanse werkelijkheid voor te houden. Afrika heeft een enorm potentieel aan intelligente jonge Afrikanen die vandaag en morgen nog steun nodig hebben om overmorgen zelfstandig verder te kunnen. Het bouwen van de school was niet het hoofddoel van Kon Kelei. Hij wilde met een zinvolle studie aankomen die de hele gemeenschap kon dienen en niet met een zak met geld die door de familie en omgeving snel geconsumeerd zou worden. Common sense heet dat toch in het Engels. In Amsterdam noemen wij dat plat gezegd ‘je herses gebruiken’.

Een paar weken terug kwam een circa 26jarige Senegalees aan onze Dakarkids deur. Of ik hem nog kende? Vier jaar geleden woonde hij niet ver van ons kinderproject gebouw en zou profvoetballer worden. Het ontbrak hem alleen nog aan club in Senegal die zijn onwaarschijnlijke talenten zou ontdekken. Hij oefende dagelijks met andere grote talenten op plastic strandschoenen op een braakliggend terrein. Hun copy shirtjes van Real Madrid die in Indonesische fabrieken in miljoenen oplages voor ontwikkelingslanden worden gefabriceerd hebben een groot voordeel. Ze zijn goedkoop en na 10x wassen kan je er doorheen kijken dus word het tijd voor een met trots gedragen nieuw setje. Zo vernieuw je jezelf voortdurend. Vier jaar later had de stervoetballer geen contract bij Real Madrid gekregen. Ze waren zelfs niet langs geweest. Hij was nu Rasta geworden met een geel groen gehaakte katoenen muts over zijn dreadlocks. In Senegal noemen de Rasta’s zich Bay Fall. Hij noemde zichzelf nu ook zo. Bay Fall kwam vragen of ik hem Nederlandse les wilde geven en hij had een via de NL ambassade aangeschaft ‘inburgeringspakket’ bij zich. Met pittige Nederlandse lessen. Hij vertelde trots dat hij sinds enige tijd een Nederlandse vriendin had en dat hij zo spoedig mogelijk naar Nederland wilde verhuizen om daar te gaan werken en succesvol te worden. Als je daar eenmaal bent Bay Fall kom je dan ook weer terug? Nee, nee alleen voor vakanties of zo. Verleden jaar is de Nederlandse mevrouw die in Dakar NL les gaf aan aspirant immigranten naar Nederland terug gekeerd. Zij had door de aangescherpte toelatingseisen nauwelijks nog leerlingen.

Bay Fall had tranen in zijn ogen nadat ik hem tot drie keer toe had uitgelegd dat ik in Senegal woon en werk om jonge mensen juist in Senegal te laten blijven om door hard studeren hun eigen land op te helpen bouwen. Bay Fall vond echter dat het mijn morele plicht was om hem te helpen. Wij waren volgens hem immers vrienden. Toen ik hem voorhield dat hij dan maar 15 Euro per uur moest betalen net zoveel als de voormalige Nederlandse Juf had gevraagd jammerde hij dat zijn vriendin geen geld had om de lessen te betalen. Waarom moet zij het betalen? Bay Fall wilde immers weg. En nu hij zijn voetbal aspiraties had ingeruild voor een andere droom moest hij zelf maar een baantje zoeken om de lessen te betalen. Opeens was ik weer een buitenlander. Ik zou geen idee hebben hoe moeilijk het was om werk te vinden. Toen ik hem voorhield dat het merendeel van de Senegalezen hem geen baan wilde geven vanwege zijn rasta uiterlijk en houding maar dat hij morgen aan het werk kan op een van de door Chinezen strak uitgevoerde bouwprojecten in Dakar en dan makkelijk 120.000 CFA (185 Euro) per maand zou verdienen werd Bay Fall bijna onvriendelijk. Hij draaide weer bij en begon te smeken. Hij wilde ons hele huis wel schoonmaken als ik maar les gaf. Vond hij ons huis dan vies? Het was toch schoon en ik vertelde hem dat wij ons eigen huis zelf schoonhielden en dat wij zelf kookten en niemand in zouden huren om voor ons te werken. Op mijn vraag of wij soms zijn enige hoop waren en waarom hij geen plan B had staarde hij mij met grote ogen aan. Plan B? Ja, en plan C en D. Of wilde hij ons vertellen dat wij zijn énige houvast waren om uit Senegal weg te komen? Als pleister op de wond heb ik hem laten gaan met de boodschap om mij verslag uit te brengen bij wie en met wie hij gesprekken heeft gevoerd om geld te verdienen voor zijn Nederlandse lessen. Ik vermoed dat ik hem nooit meer zal zien en ik heb toen de planten van de jongens water gegeven, want die moeten ook groeien.

Na ons geanimeerde gesprek denderde de Inter City het station van Utrecht binnen. Wij namen kalm en warm afscheid van elkaar en zouden contact houden. Ik was onder de indruk van Kon Kelei zijn doelstelling om naar Soedan terug te willen keren. Met als grootste cadeau een internationaal erkend diploma. Ik heb hem nog een mailtje gestuurd maar hij zal het te druk hebben gehad met antwoorden.

26 oktober 2009

Hallo Kon,

Het was natuurlijk bijzonder om je te ontmoeten. En het zal wel zo moeten zijn.

Ondertussen heb ik jou website gelezen en ook informatie over de buurt, het zuiden van Sudan en de huidige politieke situatie. De site is goed geschreven en geeft redelijk informatie. Op sommige technische punten zelfs iets te veel. De spaarzame foto's laden langzaam.

Maar ..waar zijn de foto's van de doelgroep? De a.s leerlingen, de leerkrachten ... de buurt, de natuur, de geschiedenis van Bor en de rivier? De lagere scholen.... waar de kinderen vandaan gaan komen.... en de positieve toon?

Maak ook een avondschool in het zelfde gebouw voor volwassenen onderwijs..... 

2,5 jaar later blijkt er opnieuw veel werkt verricht te zijn rond de school in Cuey Machar en is Soedan opgesplitst in twee landen. Onlangs kon ik in Dakar via internet en uitzendinggemist.nl  de bijzondere documentaire ‘Achterland de weg terug Cuey Machar’ zien. Gemaakt door Albert Elings en Kon Kelei. De stoeipartij in de goed ingerichte kamers van het asielzoekerscentrum en de aankomst op het vliegveld van Khartoum geven de indruk dat het Kon Kelei emotioneel goed is gegaan. Maar de blik in zijn ogen, en die van zijn moeder en familie vertellen nog steeds het verhaal van vroeger. Ik herken die blik ook in de ogen van onze kinderen in Dakar en van vroeger in de ogen van mijn moeder die ons niets wilde vertellen over de verschrikkingen van de oorlog in Nederlands-Indië toen de Japanners het overnamen van de Nederlanders. In de documentaire op 38 minuten en nadat hij de kamer heeft verlaten waar hij hoorde dat hij geslaagd is was Kon Kelei geëmotioneerd. Hij verteld over zijn neef die hij moest achter laten. De neef is nooit meer terug gevonden. Kon Kelei spreekt met de zelfde stem zoals de kinderen bij ons in Dakarkids als die na enige tijd zijn bijgekomen en proberen te vertellen over hun levensloop. Het gaat altijd over verlies en diepe emotionele wonden die onzichtbare lidtekens zullen achter laten. Kon Kelei vraagt zich af waarom hij het wel heeft overleefd en zijn neef niet? Die school van Kon Kelei en zijn vrienden moet er om die reden dan ook komen. Een school waar de overlevenden met elkaar kunnen leren, lachen, spelen en soms kunnen huilen over een verleden wat opnieuw een onzekere toekomst heeft. Zijn telefoon nummer heb ik niet. Wel de donatiemodule van de stichting rond de school van Kon Kelei en het gironummer als je buiten Nederland zou wonen Giro 96 24 01 – De Dakarkids hebben de documentaire ook gezien zij waren stil en sommigen lieten hun blik wel eens afdwalen. Zij hadden dan de zelfde blik in hun ogen als Kon Kelei en zijn moeder in de documentaire.

En schreef Etty Hillesum niet als volgt in haar dagboek:

"De omstandigheden, de goede en de slechte, moet men aanvaarden, wat niet belemmert dat men zijn leven eraan kan wijden de slechte te verbeteren."

(Dagboek van Etty Hillesum, Vrijdag 3 juli 1942)


Foto's van George Steinmetz





Er dreigt weer oorlogsgevaar in Soedan

Een nieuwe echte school in Cuey Machar



Dakarkid Abdou 2012 ADHD (Alle Dagen Heel Druk)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

plaats een reactie we horen graag van je!