Terwijl Doutzen
Kroes en ons aller Ben Knapen over seks praten ben ik aan ook aan het
filosoferen over de toekomst van het ontwikkelingswerk. Terwijl er vandaag al
zoveel anders te doen is. Als Dorine
van Norren het doet dan kan ik het ook wel een beetje denk ik dan maar.
Filosoferen betekend ook goed op de hoogte zijn met het verloop van projecten
uit het verleden. In 2007 was er een
persbericht te lezen op de website van de Radboud Universiteit Nijmegen.
Het CIDIN had een onder leiding van Lau
Schulpen een onderzoek gedaan naar de claim die veel particuliere ontwikkelingshulp
projecten zouden leggen dat hun projecten effectiever zouden zijn dan zeg maar
de ‘professionele organisaties’.
Uit het onderzoek zou blijken dat deze claim niet waar werd gemaakt. Schulpen
sprak toen over circa zes- tot vijftienduizend particuliere projecten en in
2011 werd het aantal op circa tien duizend geraamd.
Hier in Senegal was het rond 2007 een komen en gaan van
kleine en wat grotere projecten. Websites en mensen met grote plannen verdwenen
meestal na een jaar of twee en de samenwerking met ‘officiële’ regering
instanties leek hoopvol maar bleek vaak een lege huls waarbij men ook vaak te
maken kregen met ‘regering personen’ die meer aan hun eigen inkomen en hun
familie dachten dan aan de doelstelling van het project wat zij zouden
ondersteunen. Ik schrijf dit vandaag maar eens heel diplomatiek. De boze rode
blos die ik nu heb zal wel door de zon komen. In 2007 hebben wij een
vogelvlucht opsomming gemaakt van West Europese projecten aanwezig in Senegal.
Dat waren er toen circa 500 waarvan er in 2012 nog circa 100 aanwezig zijn. Dwz
er zijn veel websites of blog’s met pagina’s waarvan velen al heel lang niet
meer ge-update zijn. In ons eigen arrondissement waren in 2007 circa 25
projecten actief. Vanaf 2008 kwam de klad er al in. In 2012 zijn er nog vier
projecten over waarvan wij er een zijn. Vraag is hoe effectief zijn de particuliere projecten als de levensduur zo kort is?
In de vaak nog na rokende project locaties waar geen
buitenlander meer is te bekennen praat ik nog wel eens na met de ex-medewerkers
of vrijwilligers die weliswaar wisten dat het project (de hulp) tijdelijk zou
zijn maar zich toch in de steek gelaten voelden omdat zij weliswaar wat
gereedschap hadden gekregen maar onvoldoende materiaal, geld en instructie om
het project voort te kunnen zetten. Op mijn vraag of er dan niet een lange
termijn plan was gemaakt inclusief financiering en eventueel extra subsidie
aanvragen bij wie dan ook wordt veelal ontkenend geantwoord. De werkeloosheid
onder de toenmalige project medewerkers is over het algemeen zeer groot. Veelal
kreeg maar één van de medewerkers of vrijwilligers een relatie met een
buitenlandse stagiaire of project medewerker(ster) en had hierdoor de mazzel om
naar het buitenland te kunnen vertrekken. Kleine projecten blijken vaak ideale
visvijvers te zijn voor tijdelijke baantjes, hulpgoederen en liefdesrelaties.
Met name Nederlandse projecten schenken en bouwen graag schooltjes of educatie
centra. Leuke projecten en nix mis mee. Hiermee nemen zij echter wel de
taak van de overheid over. In plaats van het donatiegeld te gebruiken om de
overheid onder druk te zetten en bij wijze van spreken te dwingen om de
bestaande publieke scholen/centra uit te breiden worden de nieuwe schooltjes
aan specifieke bevolkingsgroepen geschonken en worden er dus eigenlijk privé
scholen neer gezet waarvan het eigendom onduidelijk is. Maar niets doen is ook
onhandig. Niet alleen in Senegal maar ook elders in bijvoorbeeld Afrika heb je
twee soort eigendom. Eigendom van de gemeenschap of familie-eigendom. Eigendom
van de gemeenschap is van en voor
iedereen en dat geeft vaak verantwoordelijks problemen. Eigendom van de
familie betekend dat de eigen familie en dus ook de eigen ‘stam’ voorrang
heeft. Dit laatste wordt bijna altijd ontkend maar veelal blijkt toch dat
bijvoorbeeld in een schooltje de voorkeur wordt gegeven aan familieleden of
aangetrouwde c.q. bevriende collega’s. Wij hebben een sollicitatie procedure
die selecteert op kwaliteit en ervaring. Men moet tevens drie referenties
opgeven die géén familie zijn dus een neutraal oordeel kunnen geven. Meer dan
90% van de sollicitanten valt hierdoor af. Het schenken van een nieuw schooltje
aan de gemeenschap kan alléén echt goed geregeld worden middels een nieuw op te
richten stichting met een onbezoldigd bestuur wat geen banden heeft met de
leiding en de teamleden van de school. Alles liefst onder toezicht van de
gemeente en de onderwijsinspectie. Het gebeurt overigens zelden dat de
buitenlandse donoren deze onderhandelingen en juridische aspecten mee-schenken
uiteraard inclusief een stappenplan waarin het terugtrekken van de donoren en het
verdere verloop van het project goed geregeld wordt.
Hiermee kom ik op een punt wat veelal over het hoofd
wordt gezien. Schenk en bouw geen scholen, kinderhuizen, boerderijen,
kwekerijen, waterpompen, medische posten, internetcafé’s enz. als er niet heel
duidelijk een vraag uit de gemeenschap is gekomen. En de gemeenschap is groter
dan die aardige jongen of leuke vrouw die men tijdens een toeristische trip
ontmoet. Neem de tijd om je te oriënteren op de mogelijkheid om iets
‘blijvends’ neer te zetten wat ook na het vertrek van de buitenlanders (jij en
de anderen) nog voort kan blijven bestaan. Korte termijn denken en korte
termijn hulp zijn zoals een ieder weet vaak funest voor elke ontwikkeling. In
mijn volgende blog bijdrage zal ik een test publiceren waar professionele en
amateur ontwikkelingswerkers een zelftest kunnen doen om te onderzoeken of zij
voldoende uitgerust zijn om bijvoorbeeld in Afrika aan de slag te gaan als
hulpverlener c.q. ontwikkelingswerker. Of word het juist tijd voor een nieuwe
naam?
Op de foto hieronder een foto van afgelopen
zaterdag. Het is een zogenaamde Daara ofwel Koranschool onder leiding van een
Oustache ofwel een zelfbenoemde Koranleerkracht. Er slapen 37 kinderen in het
hok. De Talibé ofwel leerlingen bedelen circa 12 uur per dag. Hiermee betalen
zij hun leerkracht voor zijn goede zorgen. Hun Daara bevind zich op 50 meter
van Dakarkids. Onze Kids nemen bijna dagelijks een Talibé mee om onder de
douche te zetten en om infecties te laten behandelen. Ook geven zij vaak hun
eigen kleding weg aan hen. Vandaag ga ik zelf met de Oustache praten om te
vragen wat precies zijn bedoeling is met deze 37 kinderen. Daarna ga ik praten
met de notabelen en wijze mannen uit onze gemeenschap praten om te bezien of de
kinderen weer terug kunnen naar hun dorp vlakbij het Vaticaan van Senegal Touba. Want zo gaat dat
hier. Met blijven praten en aandringen (charmant zeuren op zeikniveau) kom je
een heel eind.
een Koranschool in Yoff/Dakar
op 50 meter afstand van het dakarkidsgebouw
De Talibe zijn meestal onderweg met een leeg tomatensausblik
"Als ik in mijn klamboe lig te dromen"
klik op de doos s.v.p.
dakarkids heeft geld nodig voor een zeer noodzakelijke watertank
Sarkozy heeft het te druk en kleine Lamine wacht op water
de achterzijde van ons centrum
wat met hulp van de gemeenschap is verkregen
solidariteit is de basis voor ontwikkelingssamenwerking
binnen dakarkids zijn de kids zeer solidair
ook als zij naar een dakarkids gastgezin zijn vertrokken
Doetzen Kroes en Ben Knapen bekijken een seksboek
enige NL/Senegal projecten in Senegal
http://maisondelalumiere.org/
Association SENESF een project in Mbour wat ook door Dakarkids wordt gesteund
Saliou de kleine jongen op de foto is doof en komt regelmatig vanuit Mbour naar Dakarkids voor medisch en sociaal advies
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
plaats een reactie we horen graag van je!