Over de gevolgen van polygamie zijn op het Senegalese
ministerie van statistiek geen cijfers bekend. Er is ook nooit onderzoek naar
gedaan want daar was nooit budget voor. Vreemd genoeg is de getalsverhouding
tussen het aantal vrouwelijke en mannelijke bewoners niet veel verschillend dan
bij voorbeeld in Nederland (circa 52% vrouwen en 48% mannen). Omdat de
gemiddelde leeftijd waarop men sterft rond de 62 jaar ligt is er geen sprake
van een bedreigende vergrijzing of van wantoestanden in bejaardenhuizen laat staan een pensioengat. Bejaardenhuizen zijn hier gewoonweg nauwelijks te vinden. Een steekproef onder tien Senegalese manlijke
vrienden/kennissen in mijn woonwijk laat het volgde beeld zien: Twee vrienden hebben drie vrouwen. Twee vrienden hebben twee
vrouwen. De zes overige vrienden hebben allen één echtgenote. Het totale
kindertal in 47. Dus het gemiddelde ligt op 4,7 kinderen per familie. In
Nederland ligt dat op meer dan de
helft lager. Hoe meer welvaart in een Senegalese familie des te lager het
gemiddelde kindertal, er zijn uitzonderingen maar de algemene trend is minder
kinderen. Dus als de welvaart toe zou nemen dan zullen er minder kinderen
geboren worden.
De polygame mannen met drie vrouwen maken over het algemeen een
meer gestreste indruk dan de mannen met één vrouw. De vrienden met twee vrouwen
verdelen veelal hun tijd met vier dagen bij vrouw een en vier dagen bij vrouw
twee. De mannen met drie of twee vrouwen geven na enig gedraal wel toe dat zij
niet altijd even gelukkig zijn en dat de ‘fun factor’ met meerdere vrouwen niet
veel hoger is. Er is vaak onderlinge animositeit tussen de vrouwen die er goed
op letten dat zij en haar kinderen op z’n minst evenveel aandacht en zorg
(geld) krijgen als hun concurrenten. Voorbehoedsmiddelen zoals condooms zijn
overal goed te krijgen. Maar de pil ligt al moeilijker en de morning after pil
is bijna geheel taboe. Navraag bij vijf apotheken gaf de bevestiging dat zij
die niet in hun pakket hadden en dat je daarvoor naar een ziekenhuis moest
gaan. De pil wordt dan voorgeschreven als ‘menstruatie regulering’ dus als een
medicijn. De morning after-pil is zeer moeilijk te krijgen en duidelijk bedoeld
voor jonge meisjes/vrouwen die spontaan seksueel actief zijn geweest. Deze anti
conceptie wordt nauwelijks gekocht, enerzijds door gebrek aan geld anderzijds
door schaamte en het taboe op sex vóór het huwelijk. De meisjes rest vaak niet
anders dan wassingen met lokale middeltjes die vaak ernstige gevolgen kunnen
hebben voor de vaginale flora.
Opvallend zijn de grote budgetten die pakweg de afgelopen
10 jaar zijn vrijgemaakt en opgesoupeerd door de grotere NGO’s voor HIV
voorlichting in Senegal. Er zijn circa 70.000 met het HIV besmette personen in
Senegal wat uiterst laag is voor een Afrikaans land met dertien miljoen
inwoners. Een groot deel van de besmette patiënten komt uit de kustlanden van
West Afrika en hebben in Senegal veelal als prostituee gewerkt (alweer een
taboe). De landelijke campagnes hebben goed gewerkt bijna ieder kind vanaf
circa 10 jaar weet wat HIV ofwel SIDA is. De kans dat zij het zouden kunnen
oplopen is echter zeer laag. De jeugd is veel minder promiscue dan
verondersteld o.a. door de zeer grote sociale controle en de relatief strenge
leefregels die zijn opgelegd door de religieuze stromingen. Geboortebeperking
en het vrij of zeer goedkoop kunnen verkrijgen van de pil is kennelijk
onbespreekbaar geweest in het voor 95% Islamitische Senegal. Het gebruik van de
pil zou immers kunnen betekenen dat je regelmatig sex zou hebben en geen kinderwens
zou hebben. Dus sex voor het huwelijk liever niet en veel kinderen krijgen
tijdens het huwelijk wél. Want het helpt vooral mee om het aantal Islamieten te
vergroten en daardoor de grootste wereldreligie te worden. In 2012 telt de
wereldgemeenschap circa 1 miljard moslims. Er is dus nog een lange weg te gaan.
Verhoogde welvaart zou echter een lagere groei van het aantal nieuwe moslims
kunnen betekenen en het lijkt er op dat men om die reden niet altijd zit te
wachten op bijvoorbeeld buitenlandse ontwikkelingshulp behalve als deze
omgebogen kan worden naar taken waar de regering liever geen prioriteit aan
geeft maar wel voor meer ‘werkgelegenheid’ zorgt op de ministeries. Toch denkt de jongere generatie aan één echtgenoot en maximaal twee kinderen.
Het Ministerie voor Statistiek wilde ook niet onderzoeken
of het grote aantal langdurige stroomonderbrekingen van de laatste tien jaar
geboortegolven heeft veroorzaakt. Ik werd wel heel vreemd aangekeken door de
onderzoekers in het ministerie met mijn rare vragen. Het is een haveloos gebouw
met een grote hoeveelheid aan kapotte computers en niet werkende printers. Er
werken veel mensen maar het is onduidelijk waaraan. Er is net genoeg geld voor
de salarissen maar een voortdurend gebrek aan budget. Men was wel heel
vriendelijk en wilde weten waarom ik zoveel belangstelling had. Toen ik uitlegde
dat wij ons bezig hielden met het stimuleren van de gemeenschap door hun eigen
lot in de hand te nemen (community driven change) dus ook orde op zaken te
stellen in de eigen wijk werd men toch nieuwsgieriger. Er zijn immers mooie
voorbeelden uit andere werelddelen waar de bevolking zelf het heft in handen
nam en hun woonwijk opeens wel veranderde in een aangename woonomgeving. Zelfs
de Indische buurt in Amsterdam hoopt te leren van de door hen bezochte
projecten in Brazilië. In ons arrondissement zijn wij dit jaar begonnen met een
campagne om de wijken schoon te krijgen als voorbereiding op een grote
opknapbeurt van het lokale stadion. In tegenstelling tot de gebruikelijke weg
zijn wij begonnen met de bewoners (de belanghebbenden) te vragen wat en hoe zij
het graag willen hebben. De eerste overlegfase is inmiddels achter de rug en
wij hebben er bij de bewoners op aangedrongen om niet vanuit de
‘slachtofferrol’ mee te denken maar hun stem als tellend en belangrijk in te
brengen. Omdat wij vanaf het begin af aan kiezen voor een transparant werk en
financieringsmodel verwachten wij de grootste weerstand bij de ‘machthebbers’
die immers geen invloed zullen hebben op de bestedingen en daarvan delen
‘reserveren’ voor eigen doeleinden. Heb ik dit niet keurig geschreven! Want ik
wilde eigenlijk het woord corruptie schrijven.
Met de sex valt het dus reuze mee in Senegal. De jeugd
kan er zeer uitdagend bij lopen en er wordt graag gelachen en geflirt op straat
maar er gebeurt relatief weinig. De circa 500.000 internet aansluitingen in
Senegal worden goed gebruikt voor sociale media zoals Facebook. Ook andere
‘dating’ sites zijn populair maar leiden zelden tot ontmoetingen met vreemden.
Het aantal mannen en vrouwen uit bijvoorbeeld Europa op zoek naar een relatie voelen
zich na een ‘klik’ en bezoek aan Senegal vaak bedrogen en uitgebuit omdat een
relatie aangaan met een Senegalese man of vrouw veelal betekend dat je voor de
gehele familie dient te zorgen. De romantische en soms sappige verhalen over multiculturele
relaties die soms boven komen drijven verzanden al gauw in moeilijkheden rond
het verkrijgen van visa en het gevoel opgelicht te zijn. Een veel groter
probleem wat soms de krant haalt maar zelden een topic is voor de NGO’s en de
particuliere initiatieven (PI’s) is het huiselijk geweld en de uitbuiting van
jonge meisjes als schoonmaakster
en sexslavin voor de heer of zoon(s) des huizes. Het zijn vaak meisjes met een minimum aan of geheel geen schoolopleiding die jarenlang bij een vreemde of verre familie in huis
wonen. Hun aantal zou wel eens vele malen groter kunnen zijn dan de
straatjongens zoals de Talibes ofwel Koranschool leerlingen die door hun
Koranleerkracht dagelijks uren lang uit bedelen worden gestuurd. Tel hierbij de
groep kinderen op die vanaf hun twaalfde levensjaar als ‘leerling’ bij een
timmerman, ijzerbewerker, winkelier of andere semi-middenstander aan het werk moeten en het maakt
duidelijk waarom het lager onderwijs door circa 72% van de aanwezige kinderen
bezocht word. De resterende kinderen worden soms aangemeld en werken vervolgens
thuis of in een atelier. De bilaterale hulp aan Senegal van de laatste 25 jaar
is kennelijk zwaar onvoldoende gebleken om invloed uit te oefenen op het
regeringsbeleid t.o.v. een transparante staatshuishouding en een stringent
onderwijsbeleid. Senegal doet wel trots over hun lager onderwijs maar het staat
op een zeer laag niveau en het secundaire onderwijs staat geheel en al in zeer
kleine kinderschoenen en wordt geplaagd door gebrek aan goede gebouwen, goede
inrichting, goed lesmateriaal en vooral een groot gebrek aan prima
leerkrachten.
Neem nu 2010. Los van de bilaterale hulp van buitenlandse
overheden aan de Senegalese overheid was er de multilaterale hulp van
bijvoorbeeld de Wereldbank. In mij vorige artikel schreef ik al over een van de
vijf wegen in Dakar die door de Wereldbank worden gefinancierd en maar niet af
komen en op z’n minst niet goed gebouwd worden. Volgens de foto hieronder is er
in 2010 - 3.631.918 Euro naar Senegal overgemaakt. Werk uitgevoerd door 10
NGO’s uit Nederland. Een langdurige blik op de 10 websites van de deelnemers
geeft een teleurstellend inzicht over de besteding van de fondsen en op de
controleerbare behaalde resultaten. Het woord transparantie was in 2010 al zeer
populair maar geen van de tien NGO’s is duidelijk. Geen van de 10 NGO’s heeft
een briljante mislukking naar het Instituut
voor Briljante Mislukkingen ingestuurd dus vallen de resultaten in Senegal
misschien onder ‘interne leerprocessen’. Wat de 10 met elkaar gemeen hebben is
dat zij geen noodhulp of wederopbouw hulp verlenen. Zij doen aan
kennisoverdracht, capaciteitsopbouw en dragen oplossingen aan. Toch rijst de
vraag hoeveel geld hebben deze organisaties zélf nodig gehad (in Nederland en
Senegal) om hun doelstelling te bereiken. Hoeveel Senegalezen zijn er duurzaam
door hen opgeleid om later hun werk
over te kunnen nemen. Hoeveel Senegalezen zijn er bereikt en hebben
daadwerkelijk iets duurzaams geleerd of welke blijvende veranderingen zijn
aantoonbaar en vandaag de dag nog zichtbaar. Op deze vragen geven de vaak
prachtige websites geen antwoord. En ook bezoek op de door de NL NGO’s genoemde
locaties geven een teleurstellend beeld. Een aantal van de Senegalese medewerkers
van de betrokken NGO’s hebben een tijdje goed verdiend en konden toen ook
trouwen en hebben vaak leuke gezinnetjes. Ze zijn heden op zoek naar werk. Het
liefst bij een NGO.
Hoe groot het bedrag is wat door Nederlandse PI’s in 2010
in Senegal is besteed is helaas onbekend. Hun branche organisatie www.partin.nl was toen nog niet volledig op
dreef. En er is nog geen database beschikbaar met NAW en financiële gegevens
van PI’s die bijvoorbeeld Senegal een steuntje hebben gegeven. Wat ik zelf aan ‘natte’ gegevens heb
wijst op een bedrag van circa 300.000 Euro in 2010. Opvallend hierbij is dat er
zelden meer dan 5% aan kosten wordt gemaakt door de PI zelf om hun doel te
bereiken. In hun boekhoudingen zijn dan ook nauwelijks loonkosten te vinden.
Soms een vergoeding voor een stagiaire of een klein bedrag aan kantoorkosten.
Het draagvlak van de PI’s is kennelijk bereid om hun vele werk gratis te doen.
Ik beveel het lidmaatschap
van de Partin organisatie van harte aan o.a. omdat kennisoverdracht en van
elkaar weten en leren hun succes bij de donateurs én ontvangers alleen maar
groter kan maken. En laten we wel wezen een waterpomp door UNICEF geïnstalleerd
kost vaak 10x meer dan een waterpomp door een PI en is even duurzaam. En stel
dat de 10 genoemde NGO’s op het 2010 lijstje geen subsidies meer krijgen van de
overheid? Neemt hun ‘draagvlak’ het dan over? Ben daarom ook reuze benieuwd
naar de aanbevelingen van hun branche vereniging www.partos.nl.
Kan Partos zich met succes verzetten tegen de Stef Blok’s en Wilders achtige
types die met ongefundeerde en populistische uitspraken van de OS af willen? Of
komt er na alle bezuinigingsronden alsnog een nieuwe orde aan ZZP’ers die zich
als consultant voor OS projecten aanbieden en eerst hun
eigen draagvlak (inkomen) moeten organiseren voor dat zij de
ontwikkelingslanden kunnen helpen.
Over consultants gesproken, ik kan mij voorstellen dat professioneel advies door ervaren (ex) NGO medewerkers de grote problemen die zijn ontstaan rond een Nederlands Educatie Centrum had kunnen vermijden. Onlangs is een groepje jongeren uit Cayar bij ons op bezoek geweest om hulp te vragen bij de overdracht van een nog steeds niet afgebouwd jongerencentrum op het strand van Cayar. De jongeren hebben verteld dat het leegstaande en onafgemaakte gebouw nu in handen is van een Amsterdamse familie en een Senegalese man die oorspronkelijk uit Dakar komt en niet uit Cayar. Een afsplitsing van dit project is wél succesvol. Onze reactie was: Lieve Cayar jongeren maak eerst een duidelijk businessplan en doe een helder voorstel over het ‘bezit’ van het gebouw. Dat kan alleen maar een stichting zijn bestuurd door vrijwilligers die publiek verantwoording afleggen aan de gemeenschap. Wij wachten nu op een reactie uit Cayar. Wij willen wel helpen want het gaat immers om een grote groep jongeren in Cayar en omgeving die al 4 jaar wachten. Grotere belangen zijn er volgens ons niet. En wat gisteren is gebeurd zou geen rol mogen spelen voor de toekomst van morgen.
Over consultants gesproken, ik kan mij voorstellen dat professioneel advies door ervaren (ex) NGO medewerkers de grote problemen die zijn ontstaan rond een Nederlands Educatie Centrum had kunnen vermijden. Onlangs is een groepje jongeren uit Cayar bij ons op bezoek geweest om hulp te vragen bij de overdracht van een nog steeds niet afgebouwd jongerencentrum op het strand van Cayar. De jongeren hebben verteld dat het leegstaande en onafgemaakte gebouw nu in handen is van een Amsterdamse familie en een Senegalese man die oorspronkelijk uit Dakar komt en niet uit Cayar. Een afsplitsing van dit project is wél succesvol. Onze reactie was: Lieve Cayar jongeren maak eerst een duidelijk businessplan en doe een helder voorstel over het ‘bezit’ van het gebouw. Dat kan alleen maar een stichting zijn bestuurd door vrijwilligers die publiek verantwoording afleggen aan de gemeenschap. Wij wachten nu op een reactie uit Cayar. Wij willen wel helpen want het gaat immers om een grote groep jongeren in Cayar en omgeving die al 4 jaar wachten. Grotere belangen zijn er volgens ons niet. En wat gisteren is gebeurd zou geen rol mogen spelen voor de toekomst van morgen.
Een onderzoeksgrafiek van het NCDO
The Hunger Project heeft in 20 jaar tijd op duurzame wijze meer dan
250.000 mensen in Senegal bereikt.
Hunger Project spreiding in Senegal
de website van Kinderen van Kayar
een nieuwe website van bezorgde Senegalese burgers
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
plaats een reactie we horen graag van je!