zaterdag 23 juni 2012

Een loze put en wie het geld heeft is de baas in ontwikkelingswerk land

In onze wijk is men (zie eerste foto onderaan de tekst) al meer dan twee jaar bezig een stuk weg van hoog uit 2,5 kilometer te asfalteren en van trottoirs te voorzien. Er staat een groot en belangrijk aandoend aankondigingbord. Waarop te lezen valt wie er allemaal verantwoordelijk zijn. We hebben kunnen zien hoe er op dat kruispunt een grote betonnen put werd gebouwd waar de kanaliseringbuizen op aangesloten konden worden. Het is zo’n grote vierkante punt van drie bij drie meter met lager gelegen rondingen waar de 90 centimeter pijpen vanuit vier windrichtingen samen kunnen komen. Zag er goed uit toen. Alleen de geplande pijpleidingen vanuit die vierwindrichtingen zijn nooit aangelegd dus was die put ook overbodig. Na twee maanden werd de boel dicht gestort en weer een maand later stond er 70 centimeter water op het gehele kruispunt. Water wat nergens heen kon vanwege de heftige regenval. Enorme opstoppingen waren het gevolg. Toch durf ik met zekerheid te stellen dat het geld voor de aanleg van de kanaalpijpen wel is gefourneerd. Dat er mooi werktekeningen zijn gemaakt en klinkende afspraken over begeleiding en afwerking. Nu, een dik jaar later ziet de weg er nog steeds afschuwelijk uit. Al een maand heb ik geen werker meer gezien terwijl er nog zeker 40% van de weg en stoepen niet klaar zijn.

Op mijn reisjes door Senegal en omgeving kom ik veel onafgebouwde of vervalen gebouwen tegen ooit gefinancierd door buitenlandse NGO’s. Als ik weer eens de moed op kan brengen stop ik en vraag dan aan de bevolking wat er is gebeurt. Tsja, na drie (vaak minder) jaar waren er conflicten en was het geld op. De lokale mensen die verantwoordelijk waren zijn vertrokken en de buitenlanders waren teleurgesteld. Soms wonen er een paar families in de vervallen gebouwen. Onlangs heb ik nog een ‘voedingsbank voor arme gezinnen’ mogen bekijken die al vijf jaar geleden voor 40% is afgebouwd en nu door betonrot uit elkaar dreigt te vallen. Ooit gefinancierd  door internationale NGO’s die met prachtige websites ‘verantwoording’ aflegden en soms meedongen naar de jaarlijkse transparantprijs. Deze websites gaven hoog op van hun samenwerking met de lokale bestuurders en bevolking. De Senegalese overheid heeft in de afgelopen jaren het platteland op geen enkele wijze als prioriteit in het regeringsprogramma gehad waardoor de overheid de goedgemaakte afspraken net veel NGO’s niet zijn nagekomen. Dwz dit zijn vaak de woorden van de lokale personen waar ik een babbeltje mee had. De NGO’s trokken zich schielijk terug maar op de mooie NGO websites (als ze nog bestaan) lees je nooit verslagen van ‘vijf jaar later’ bezoekjes aan hun toen zo succesvolle projecten. Het is pas sinds een paar jaar een klein trendje om ‘briljante mislukkingen’ te bekronen. De meeste NGO’s blijken echter vanwege ‘werkdruk & tijdgebrek’ geen mislukkingen in gestuurd te hebben. Daar zou ik hen graag bij willen helpen. Een lijst van 100 is zo gemaakt en op de ‘Senegal lijst’ komen minsten 25 vanuit NL gefinancierde projecten voor. 

Om mijn opwinding en verdriet onder controle te houden lees ik graag ‘zie je wel’ verhalen. Bijvoorbeeld de thesis van Willem Elbers met de mooie titel ‘The Partnership Paradox’ januari 2012. Hij legt weliswaar in het engels maar op een aantrekkelijke manier een aantal vingers op verborgen maar zeer pijnlijke NGO plekken. Waaronder de grote machtsinvloed op ontvangende partijen. Willem Elbers heeft zijn proefschrift op de Radboud Universiteit Nijmegen mogen verdedigen en zijn copromotor was Dr. L. Schulpen. Ook al zo’n man die ik in mijn wetenschappelijke hart heb kunnen sluiten vanwege zijn soms opmerkelijke onderzoeken naar de effectiviteit van de hulp opgezet door PI’s ofwel Particuliere Initiatieven. De heren zijn beiden Sociale Wetenschap mannen. Het proefschrift van Elbers lees je niet even snel door maar het blijkt zeer de moeite waard. Ook voor mensen die het te druk hebben met het verbeteren van de  wereld en aldus weinig tijd hebben voor reflexie. Misschien is het handig om dan eerst weer eens Norbert Elias (Het Civilisatieproces) en Michel Foucault te lezen die ook zo fijn over macht heeft geschreven. Deze twee boeken worden extra bijzonder als je Afrika goed kent. Lees dan als toetje Dambisa Moyo ‘Doodlopende hulp’ en iedereen begint te begrijpen waarom die weg in onze buurt nog steeds niet klaar is en veel NGO’s de weg een beetje kwijt zijn.

In een uitgave van viceversaonline.nl licht Willem Elbers alvast een tipje van de paradoxale sluier op. Hij schrijft over de groeiende dominantie van het managementdenken. Een topic waar ondertussen geheel Nederland de wrange vruchten van plukt. De belofte was effectiviteit en efficiëntie, resultaatmeting en het einde van willekeur en incompetentie.  Onder zijn artikel is de link naar zijn proefschrift te vind. Er was na een paar dagen al kritiek op Willem. Door René Grotenhuis van Cordaid. Die kan dus snel lezen. René ziet het als theoloog (Cordaid mensen in nood – Geloven dat het kan) anders dan Willem, dat maakt zijn reactie wel duidelijk. Maar is het niet zo dat Willem Elbers juist schrijft over de macht van het geld en dat de machthebber dan de regels mag bepalen en dat de ontvangende partijen zich moeten voegen aan de opgelegde regels waardoor het niet hún regels zijn en zij dus met moeite eigenaar van de oplossing kunnen worden. Onlangs is een bedrag van 26.000 Nederlandse Euro bij ons in de buurt geïnvesteerd in een landbouw opleidingscentrum. Een bezoekje aan dat project leert dat men duidelijk niet doet wat is afgesproken en dat de opgeleide jongeren nauwelijks kans op een werkkring dus inkomen maken. Het is een soort goedbedoeld noodhulp bedrag maar heeft niets te maken met een duurzame oplossing. En het karakteriseert meteen dat de veelheid aan kort lopende NGO of PI projecten zelden duurzaam zijn. Duurzaam duurt wat langer, minstens 25 jaar ofwel één generatie.

Wat dat betreft lijken veel NGO en PI projecten veel op het asfaltdrama bij mij om de hoek, met dat mooie bord. Die weg is met de beste bedoelingen gepland in mooie en efficient c.q. resultaat gericht werkende kantoren van organisaties in binnen en buitenland. Jotum werd er op een goed moment geroepen, ons werk is klaar we gaan de opdracht geven aan de uitvoerders. Om 17.00 uur werd de airco afgezet en de brandschone oversized 4x4 Land Cruisers gingen ieder hun weg. De volgende dag had de uitvoerder de eerste bijeenkomst met de onderaannemers. De dag daarna hadden de onderaannemers een bijeenkomst met de onder-onder aannemers die hun familieleden opdracht gaven om broers en ooms en anders aangetrouwd tot ‘wegwerker’ te bombarderen. Een redelijk ervaren stoepenmaker geeft leiding aan 40 anderen die in de komende maanden allemaal een eigen stoep gaan maken, die er dan telkens uniek uit ziet. De betalingen zorgen voor veel vertraging. Want het geld gaat langdurig door veel kanalen en handen. Laten we eens 50 Euro volgen. Eén vierkante meter stoep was begroot op 50 Euro waarvan 10 Euro managementkosten. Door alle tussenpersonen blijft er van die resterende 40 Euro nog maar 15 Euro over om de stoep te maken die ziet er daarom niet best uit. De managementkosten zijn aldus 50% hoger dan noodzakelijk. Kennen wij dat probleem ook niet in Nederland?

René en Willem hebben allebei gelijk als ze zeggen dat er verandering nodig is in het omgaan met geld van anderen. De eerste verandering die nodig  blijkt is het ondersteunen van de lokale democratische processen die nodig zijn om het volk zelf de kans te geven hun eigen ontwikkeling in de hand te nemen. Stop dus je geld in lokale gemeenschap projecten en doe de knip pas open als iedereen achter de komst van die nieuwe weg staat. En breng voortdurend in woord en beeld verslag uit van de positieve en negatieve ontwikkelingen. Projecten die uitgevoerd door één lokale ondernemer en met lokale werkers die dagelijks begeleid worden en wekelijks op behaalde resultaten wordt afgerekend hebben het meeste succes omdat de lokale ondernemers en medewerkers niet van gezichtsverlies houden. Natuurlijk mag er een bijvoorbeeld Nederlandse wegen-en-stoepen bouwer uit Delft op kosten van PUM of een andere NGO aanwezig zijn om de werkers met raad en daad bij te staan. Ondanks zijn cultuur shock moet hij gewoon die weg gaan meehelpen bouwen en dagelijks in de bouwkeet en op de weg te vinden zijn. Gezellig en zinvol zo’n uitwisseling met een wekelijks foto en geld verslag. Ik geniet nu al van de foto’s op bijvoorbeeld de Oxfam Novib website.

Wij proberen of beter gezegd testen in het Afrikaanse Yoff een nieuwe vorm van ontwikkelingssamenwerking uit. De huidige computeranimaties en illustratie technieken gecombineerd met de inzet van stedenbouwkundigen en landschaparchitecten leiden tot bijzonder plezierige en concrete discussies met lokale bevolkingsgroepen. Ook de betrokkenheid word vergroot. Met video filmpjes en animaties van 2D naar 3D kan je heel goed laten zien hoe het was en hoe het kan worden. Iedereen wil dat het havenloze en oude stadion van Yoff wordt opgeknapt. Wij ook, want onze eigen 200 kinderen voetballen er dagelijks. De burgemeester heeft in Yoff niets te zeggen vanwege problemen met de oude wijze mannen. En de oude wijze mannen hebben het vertrouwen verspeeld van de Gouverneur van Dakar die over alle deelgemeenten gaat. Dus van hun moeten wij het niet hebben. Tijdens het vooronderzoek in Yoff zijn wij gestuit op een 20tal groeperingen en individuen die zich de ‘eigenaar’ van het stadion noemen of zeggen op z’n minst de volledige zeggenschap te bezitten. Géén van deze partijen en individuen kon dit echter met een formele en getekende opdracht aantonen. Toen kwamen de drie families op de proppen die ooit de terreinen hadden overgedragen aan de Commune. Zij beweerden om het hardst dat zij de énige zeggenschap zouden hebben en dat zij dus het geld voor de investeringen wilden beheren en het werk ook uit zouden laten voeren. Na onderzoek bleek dat zij met andere terreinen gecompenseerd waren en dat zij geen enkel recht meer zouden hebben. Op de vraag of zij een portfolio hadden met reeds uitgevoerde stadionprojecten hebben wij helaas geen antwoord gekregen. Eigenlijk kregen wij van niemand een behoorlijk antwoord dus dat maakte de weg vrij voor burgerinitiatief. 

In mijn volgende bericht zal ik uitgebreid aandacht besteden aan het plan rond het nieuwe stadion van Yoff. Als warmmaker voor het nieuwe Eco Stadion zijn wij onlangs begonnen met een schoonmaakcampagne die al veel tongen heeft losgemaakt.


het bord met geld van de Banque Mondiale - World Bank

de weg springt in 3 treden naar beneden naar de grote doorgaande weg


De grote loze put ligt keurig onder het asfalt. 
Hoe de veel hoger uitvallende aansluiting van de weg met het bord Route Baree 
aan moet sluiten op het veel lager gelegen gedeelte waar ook nog eens de loze put onder verborgen zit is een groot raadsel. Juist dit kruispunt is een soort trechter.


de stoep

en nog een stuk stoep ! 
er is nergens een hemelwater afvoer voorziening gepland

















al op de kleuterschool reageerde ik mij soms af 
met knippen en plakken 



vrijdag 8 juni 2012

Armoedebestrijding is ook je rotzooi opruimen

Vroeger toen alles nog goed was werd je niet oud, was je vaker ziek en maakte je weinig troep. Kranten en tijdschriften werden niet bezorgd want je kon toch niet lezen. En er was per dorp één verteller die uit één boek voorlas en de rest van de verhalen kwamen met de bezoekers mee. Er was toen gewoon nog heel weinig troep. Er werd gekookt in potten van klei of pannen van staal die opnieuw gesmolten konden worden. Pas vanaf de jaren vijftig kwam er plastic en ander moeilijk op te ruimen afval. Wij zijn sinds enige maanden gaan onderzoeken hoeveel huisvuil een gemiddeld gezin per week in onze wijk produceert. Wij weten hoeveel mensen er wonen. Dus kunnen wij de troep per hoofd van de bevolking redelijk goed uitrekenen. Wij zijn begonnen bij ons zelf en wij produceren gemiddeld 2 volle goed aangestampte vuilniszakken met huisvuil per week. Etensresten hebben wij nauwelijks en het groene afval uit de tuintjes van de jongens laten wij verdorren en mengen het later met paardenmest van de vele paarden die hier nog met karren van alles en nog wat vervoeren. In onze vuilniszakken zit weinig karton. Wel veel plastic water- en schoonmaakmiddel flessen en veel plastic zakken van heel klein tot formaat boodschappentas. En papier waaronder stukken krant die als verpakking werden gebruikt door de winkelier. Papiertjes van de jongens. Kapotte goedkope kleding waar vaak veel plastic fiber in zit. Kapotte sandalen, goedkope schoenen waar ook veel plastic in zit. Niet eens zo oud speelgoed, lege balpennen, kapotte emmers, plastic bezems want goeie zijn niet te krijgen of onbetaalbaar. 

Al met al produceren wij met gemiddeld 15 bewoners circa 5 kilo plastic per maand. Dat is dus 300 gram per persoon per maand. Ons arrondissement wordt inofficieel bewoond door circa 120.000 personen. Dat is dus circa 36.000 kilo plastic per maand. Dan heb je de vele winkeliertjes en de groothandels en alle andere bedrijfjes waaronder de weekmarkt en komen wij na veel gesprekken en observaties op nog eens circa 55.000 kilo plastic of verwante producten zoals de grote hoeveelheid gebruikte computers en TV toestellen en natuurlijk de uiterst moeilijk recyclebare mobiele telefoontjes. Al doorrekenend kwamen wij op 20 miljoen ton vuil per jaar voor heel Dakar. En waar gaat die troep naar toe? Iets meer dan de helft wordt opgehaald en afgevoerd naar grote vuilnisbelten buiten de stad en veelal in diepe kuilen gestort. Wat niet opgehaald word vind je op straat of het wordt in tuinen begraven of in diepe kuilen op het strand. Getver!

Ondanks het feit dat er in Senegal 80% minder huisvuil wordt geproduceerd dan in Nederland is het alhier buitengewoon smerig op straat vanwege het grote gebrek aan ophaal en verwerkingsdiensten. Ondertussen weten wij dat vuil geld waard is. Bijvoorbeeld 60 KW stroom per huisvuilzak. Geselecteerd en gerecycled plastic kan voor meer dan 80% hergebruikt worden. De bandenbergen zijn goed voor een aardige lokale schoenen en deurmatten fabriek. Wij hebben vastgesteld dat Senegal ook vanwege gebrek aan kennis en daadkracht veel geld op straat laat liggen. Wij hebben maar weer eens een gezellig rondje langs de notabelen en bestuurders gemaakt omdat de huidige burgemeester niets mag zeggen en op een dood zijspoor zit. Het African Studies Centre uit Leiden heeft in 2011 over deze 70 wethouders geschreven. En de conversaties waren zoals gebruikelijk weer Youp van ’t Hek achtige gesprekken met een hoog vilein cabaret gehalte. Met veel mannen in prachtige gewaden die riepen dat ‘het volk’ opgevoed moest worden en dat er geen geld was om dat te doen en dat er buitenlandse hulp nodig was. Maar Heren! Het geld ligt op straat! Kijkt  u eens naar onze foto’s en berekeningen. De foto’s die wij maken zijn schokkend, het is immers hun eigen woonomgeving. En zijn zij zelf ook niet ‘het volk’? Ja maar de verantwoordelijke voor de ecologie projecten is al een jaar ziek. Of - , er wordt op het Ministerie aan gewerkt en wij moeten dus afwachten. Nadat wij nog hebben toegevoegd dat er met gemak twee kilometer autoroute of twintig kilometer straat aangelegd kan worden met al het bouwvuil uit de straatjes van alle wijken lieten wij de geschokte en stilgevallen heren licht groen achter met hun zware bestuurlijke werkzaamheden.


Op naar het gemeentehuis wat hier trouwens Hotel de Ville heet en waar de medewerkers mogen slapen voor dat zij weer naar huis gaan. Waar is de verantwoordelijke voor het huisvuil vroegen wij aan de balie. Waarom heeft u die nodig werd er nors gevraagd? Omdat het overal zo smerig is was ons antwoord. Oh die mijnheer die daar over gaat is er vandaag niet. O ja, is hij er morgen dan wél? Nee eigenlijk ook niet! Volgende week - vroegen wij weifelend. Nou nee dan ook niet.... Laatste vraag waarom heeft jullie gemeentelijke website geen enkel telefoonnummer? Bijvoorbeeld voor vragen of klachten. Daar hebben wij geen tijd en geld voor was het antwoord. Sinds kort is er een nieuwe minister voor landelijke schoonmaak zaken. Die is zich nog aan het inwerken werd er gezegd. Zijn voorganger wordt momenteel vastgehouden op verdenking van verduistering of zo iets.

West Afrikanen wonen op het platte land of in de stad en bijna allemaal in groot familieverband. Gemiddeld tussen de tien en vijfentwintig personen en met zeer weinig privacy. In gunstige gevallen zijn er dan een of twee familieleden met een relatief vast inkomen en de resterende familieleden die zouden kunnen werken rommelen er wat bij in de marge van de magere economie. De familiekas wordt nogal eens aangevuld met geld van familieleden die buiten Senegal in een ontwikkeld land wonen en aldus volgens de familie ‘rijk’ (moeten) zijn. Er wordt veel gebeden bij ons in de omgeving omdat wij vlak bij het centrum van een religieuze broederschap wonen. Behalve de gangbare vijf keer per dag zijn er veel grote en kleine religieuze bijeenkomsten. Daarnaast gebeurt het vaak dat gezinsleden met elkaar besluiten om in kleine kring spontaan bid en zing feestjes te houden. Er wordt dan een geluidsinstallatie gehuurd met luidsprekers die op dakranden worden geplaatst de straat wordt min of meer afgezet en op vol volume schalt tot circa 01.00 uur de stem van de voorganger gevolgd door de resterende zangers. Het gebeurt ook een paar keer per jaar op 25 meter van ons huis en het lijkt wel alsof de luidsprekers voor onze ramen zijn gezet. Niemand vraagt aan de buren toestemming. 

Wij zijn dus weer terug bij ‘het volk’ want daar moet je zijn als je iets wilt veranderen. Het jonge volk speelt graag voetbal en andere sporten en enige maanden geleden hebben wij het initiatief genomen om samen met een Nederlandse stedenbouwkundige en haar Senegalese collega’s het lokale stadion grondig op te knapen. Behalve dat renovatie hard nodig is zagen wij het ook als noodzaak om openbaar keihard aan de bel te trekken vanwege de al maar slinkende publieke ruimte door de ongecontroleerde wildgroei aan huizenbouw. Door grondspeculatie is nog circa 8% publieke ruimte over voor een bevolking waarvan 60% onder de 25 jaar oud is. De jeugd heeft immers de toekomst. Of ligt dat soms anders volgens de notabelen en de lokale bestuurders? Zij waren geschokt toen wij hen de geografische kaarten lieten zien die Roos Limburg had gemaakt over de groei van Yoff sinds begin jaren '70. Het is opvallend hoe weinig huizen er daadwerkelijk afgebouwd worden. Behalve veel bouwvuil wordt ook vaak huisvuil in de half afgebouwde panden gekieperd. Gevaarlijk, omdat het ongedierte aantrekt maar ook vaak als speelruimte door kinderen wordt gebruikt die hierdoor vaak ernstige infecties op doen. 


Maar wat heeft onze omgeving aan een mooi nieuw ecologisch stadion als de rest van de omgeving steeds meer vervuild? Wij hebben vooraf gaand aan de verbouwing van het stadion een schoonmaak campagne bedacht die vandaag drie weken oud is en nu al veel reacties op heeft geleverd.  De ‘toon’ van de campagne is afgestemd op de beleving van de jonge en oude bewoners. Confronterende foto’s met weinig teksten in een soort Franse taal wat hier gebruikelijk is. Soms grappig, dan weer ontroerend afgewisseld met soms schokkende beelden. Het is een serie van circa 500 spraakmakende fotokaarten waarin uiteindelijk alle herkenbare punten van het arrondissement te zien zullen zijn. Daarnaast een Facebook pagina die na twee weken al meer dan 600 vrienden heeft en naar verwachting zal uitgroeien tot een actieplatform wat 3 op de 10 bewoners zal bereiken. Wij veranderen onze voetbalclub met de beste spelers van Yoff, naar een club in 100% gesponsorde kleding en schoeisel in strak groen en er wordt gespeeld met groene voetballen. Dat wordt lekker voordelig spelen want zij behoeven geen dure outfits meer te kopen en zij gaan tevens vertellen waarom zij zo groen zijn gaan doen. In het voorjaar van 2013 zal de eerste gratis huis aan huis Yoff Vert groenkrant verspreid gaan worden. En hierbij stuiten wij op een nieuw probleem. Een van de grootste problemen in Senegal is het verzorgen van uitingen met een heldere boodschap zoals goed geschreven brieven en andere gedrukte zaken waaronder rapportages of kwalitatief hoogstaande inzet van media zoals film en TV. Door de gebrekkige opleidingen en outillage van leraren wordt veel potentieel niet bereikt en is de kwaliteit van de uitingen uitgesproken laag en bereikt veelal niet het gewenste doel. Ook de journalistiek staat op een treurig laag inhoudelijk niveau en dat is goed te zien aan de gebrekkige en vaak liefdeloze opmaak van de landelijke kranten en tijdschriften. Er zijn in Senegal geen behoorlijke grafische of audiovisuele opleidingen op middelbaar of hoger niveau. 


Er is echter wel een zeer grote vraag naar goed verzorgde uitingen op het gebied van communicatie zoals drukwerk, websites bouwen en audiovisuele producties. Om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het grote potentieel leergierige en vaak zeer intelligente jongeren hebben wij een Creatief Laboratorium opgezet wat op commerciële basis producties gaat verzorgen én leerlingen op zal leiden die binnen een jaar meer zullen leren dan elders in drie jaar. Geselecteerde docenten die hun vak beheersen en pedagogische vaardigheden worden bijgeschoold en kunnen als ZZP’er in het Lab aan het werk met de verplichting om dagelijks twee leerlingen te begeleiden en goed in te voeren in hun specifieke werkgebied. De ZZP’er docenten komen uitdrukkelijk niet in dienst maar worden wel administratief en inhoudelijk intensief ondersteund waardoor zij zich aan kwaliteits en leveringsafspraken kunnen houden. De kosten van het gebouw en inrichting worden gefinancierd en maandelijks hoofdelijk verrekend. De werkomgeving wordt voor Senegalese begrippen zeer ‘clean’ en niet zomaar toegankelijk voor vriendjes en vriendinnetjes. Docenten/zelfstandig ondernemers die alsnog niet optimaal functioneren voelen dat maandelijks in hun portemonnee maar ook op collegiaal vlak want er zal niets de deur uitgaan voordat iedereen het heeft gezien en beoordeeld. De hierboven geschetste aanpak breekt volledig met de Senegalese traditie van paternalisme en vriendjespolitiek. De lopende gesprekken met de aspirant docenten / ondernemers zijn daardoor zeer intensief en vaak ook emotioneel omdat men in moet zien dat men zélf verantwoordelijk is voor het eigen succes én het succes van de collega's. Een heldere overeenkomst is immers wat anders dan een contract.

De gekozen aanpak voor CreaLabYoff biedt ook (werk)perspectieven voor buitenlandse ontwikkelingswerkers/creatievelingen die op z’n minst een van de in het CreaLab benodigde disciplines volledig in de vingers hebben. Zij kunnen de CreaLab docenten en leerlingen bijstaan en door hun bijdrage hun verblijf bekostigen en tegelijkertijd op een bijzonder intensieve wijze kennis maken met Senegal. Verzoeken om inlichtingen kunnen vergezeld van een CV met foto en eventueel portfolio aan crealabyoff@gmail.com gestuurd worden. Basiskennis van de Franse taal is voldoende omdat wij graag zien dat er Engels wordt gesproken en gelezen vanwege het veel grotere aanbod van software en hardware waarbij kennis van het engels onontbeerlijk is. Introductie trainingen voor buitenlandse deelnemers aan de CreaLab projecten worden voorafgaand verzorgd door het Dakar Development Training CentreNatuurlijk blijven buitenlandse antropologen, pedagogen, psychologen, land en tuinbouw, verplegers/sters, onderwijzers, sportleiders – dus studenten van harte welkom om ons te bezoeken of een stage of training bij ons  te doen. Gewoon even schrijven!

Andere uitdagingen zijn er genoeg! Zoals bijvoorbeeld Saliou van twaalf. Hieronder op de foto met Sara een bestuurslid van een hulporganisatie uit Mbour. Saliou is doof geboren, in een zeer landelijke en arme omgeving op 100 kilometer van Dakar. Nu Saliou in de prepuberteit is gekomen wordt hij onhanteerbaar voor zijn moeder en in zijn woonomgeving. Of Saliou eens door ons bekeken kon worden was de vraag. Aida Grovestins was die middag ook bij ons op bezoek die heeft Saliou ook gezien, volgens ons vond zij hem ook heel lief. Een magere jongen van twaalf opgesloten, in een stille eigen wereld. Met veel voor hem zichtbare maar onuitspreekbare prikkels. Thuis, op straat, in de wijk en overal waar hij komt waar veel te zien en te beleven is creëert hij noodgedwongen een eigen wereld. Een wereld waarin voor Saliou alles stil blijft. Saliou leeft in een beelden wereld die hij zelf een namen heeft gegeven. Een taal die alleen Saliou kent. Je kan Saliou niet roepen. Alle vloeren zijn van steen of zand in Senegal. Stampen met je voet waardoor de trillingen hem bereiken zou wel zo fijn voor hem zijn. Klok kijken zegt hem niets. Hij kent tijdsverschillen, maar door zijn onregelmatige leven en het gebrek aan structuur is Saliou verwilderd. Saliou blijkt buitengewoon intelligent te zijn en vermoedelijk zijn wij net op tijd om hem nog veel overlevingstechnieken en gebarentaal aan te leren. Hij kan bij ons blijven als wij 100 Euro per maand extra kunnen vinden. Saliou is het meer dan waard. Wie wil een gebaar maken of de oom(s) of tante(s) van Saliou worden? Dan doen wij de rest met liefde en plezier!

Op de foto Saliou, twaalf jaar oud













dakarkid Elhadji (17) wil graag een transfer naar FC Yoff Vert