Het was op 26 oktober 2009 rond het vriespunt op het
grijze perron van het Amstelstation. In Dakar zou het circa 25 graden en zonnig
geweest zijn. Ik was vandaag vijf dagen in Amsterdam en had het koud ondanks
mijn onderhemd, hemd, trui en dikke jas. De trein van 15.40 had vertraging. Er
stond een donkere jonge man ik keek naar hem en hij keek naar mij of was dat
maar verbeelding. Ik zocht in mijn herinnering naar gezichten uit Senegal en
vergeleek deze met het gezicht van de jonge man die zo rustig op drie meter
afstand stond te wachten. Ik voelde terwijl ik mij omdraaide dat hij ook naar
mij bleef kijken. In gedachten overwoog ik dat zijn huidskleur niet van de stad
was. Het was een donker ebbenhouten tint die in de streek van Joal op circa 200
kilometer van Dakar veelvuldig is te zien. Als er aanstaande straatkinderen uit
Joal in Dakar aankomen. Dan hebben
zij nog die donkere tint met die dichte huidstructuur waar zo makkelijk het
grijze stof van Dakar op blijft kleven. Pas na vele maanden op straat of in het
kraakpand van hun zogenaamde Koranschool wordt de huid iets opener. Misschien
door andere eetgewoontes en meer suiker. De gebedelde suikerklontjes worden
vaak met water door de kinderen weg gespoeld. De suiker maakt hen ook gedreven
en onrustig. De jongeman op het station zag een oudere man met een
diepgebruinde huid en handen in de zelfde kleur. Wij waren beiden het meest
donker getint van treinpassagiers om ons heen. Aan de andere kant van het
perron stapte een mengelmoes van nationaliteiten in de naar Amsterdam
Zuid-Oost vertrekkende metro. Zuid-Oost, wat vroeger de Bijlmer werd
genoemd.
Wij staarden elkaar nog een paar keer aan en uiteindelijk
vroeg ik hem in het Frans of hij soms uit Senegal kwam en mij soms kende. Hij
hoorde het woord Senegal en sprak in het Engels dat hij uit Soedan kwam. Er
ontstond een gesprek waarbij ik verteld dat ik in Senegal werkte en dacht hem
mogelijk te herkennen. Hij dacht mij ook wel eens gezien te hebben. Maar wij
kwamen er snel achter dat wij elkaar nooit eerder hadden ontmoet. De trein
rolde het station binnen en als vanzelfsprekend namen wij samen plaats in de
half lege trein. Hij verteld mij dat hij als gevluchte kindsoldaat in Nederland
was aangekomen en nu vele jaren later bijna klaar was met een rechtenstudie en
in de afgelopen dagen naar een WarChild congres was geweest, een organisatie
waar hij vrijwilligerswerk voor deed. Of hij na zijn Internationaal Recht studie
terug zou keren naar Soedan of anders carrière zou maken in bijvoorbeeld
Brussel? Zeer beslist antwoordde hij – Nee, ik ga terug om mijn land te
helpen bij de wederopbouw. Er zweemde een trieste
glimlach op zijn gezicht en hij keek even weg toen hij zijn woorden zo beslist
had uitgesproken. Hij vertelde dat hij ook een school aan het bouwen was met
vrienden en met geld uit Nederland.
Opeens hadden wij iets gemeenschappelijks en bekijken wij samen op de laptop de beelden van het Dakarkids project. Na een serie foto’s met de straatkinderen van Dakar en daarna de schoongewassen Dakarkids in hun schooltje of etend aan tafel kon ik aan zijn gezicht zien dat hij de Kids hun nieuwe leven in de stad volledig gunde. Ik noteerde zijn website en naam en wij gaven elkaar een hand - Kon Kelei. Wij waren nu geen vreemden meer en hadden het zelfde doel, met een theelepeltje hulp uit Nederland, kinderen in Bor en Dakar aan een goed onderwijs helpen. Wij voelden dat het goed was om samen even over Afrika te praten. Om er even te zijn- met onze gedachten en bezorgdheid. Een bezorgdheid die voor ons beiden een andere grondslag had. Kon miste zijn cultuur en familie en moest veel geduld opbrengen om zijn studie af te maken. Zelf ben ik in Dakar om enerzijds de toegenomen maatschappelijke hardheid in Nederland te ontlopen en tegelijkertijd Nederland de Afrikaanse werkelijkheid voor te houden. Afrika heeft een enorm potentieel aan intelligente jonge Afrikanen die vandaag en morgen nog steun nodig hebben om overmorgen zelfstandig verder te kunnen. Het bouwen van de school was niet het hoofddoel van Kon Kelei. Hij wilde met een zinvolle studie aankomen die de hele gemeenschap kon dienen en niet met een zak met geld die door de familie en omgeving snel geconsumeerd zou worden. Common sense heet dat toch in het Engels. In Amsterdam noemen wij dat plat gezegd ‘je herses gebruiken’.
Opeens hadden wij iets gemeenschappelijks en bekijken wij samen op de laptop de beelden van het Dakarkids project. Na een serie foto’s met de straatkinderen van Dakar en daarna de schoongewassen Dakarkids in hun schooltje of etend aan tafel kon ik aan zijn gezicht zien dat hij de Kids hun nieuwe leven in de stad volledig gunde. Ik noteerde zijn website en naam en wij gaven elkaar een hand - Kon Kelei. Wij waren nu geen vreemden meer en hadden het zelfde doel, met een theelepeltje hulp uit Nederland, kinderen in Bor en Dakar aan een goed onderwijs helpen. Wij voelden dat het goed was om samen even over Afrika te praten. Om er even te zijn- met onze gedachten en bezorgdheid. Een bezorgdheid die voor ons beiden een andere grondslag had. Kon miste zijn cultuur en familie en moest veel geduld opbrengen om zijn studie af te maken. Zelf ben ik in Dakar om enerzijds de toegenomen maatschappelijke hardheid in Nederland te ontlopen en tegelijkertijd Nederland de Afrikaanse werkelijkheid voor te houden. Afrika heeft een enorm potentieel aan intelligente jonge Afrikanen die vandaag en morgen nog steun nodig hebben om overmorgen zelfstandig verder te kunnen. Het bouwen van de school was niet het hoofddoel van Kon Kelei. Hij wilde met een zinvolle studie aankomen die de hele gemeenschap kon dienen en niet met een zak met geld die door de familie en omgeving snel geconsumeerd zou worden. Common sense heet dat toch in het Engels. In Amsterdam noemen wij dat plat gezegd ‘je herses gebruiken’.
Een paar weken terug kwam een circa 26jarige Senegalees
aan onze Dakarkids deur. Of ik hem nog kende? Vier jaar geleden woonde hij niet
ver van ons kinderproject gebouw en zou profvoetballer worden. Het ontbrak hem
alleen nog aan club in Senegal die zijn onwaarschijnlijke talenten zou
ontdekken. Hij oefende dagelijks met andere grote talenten op plastic
strandschoenen op een braakliggend terrein. Hun copy shirtjes van Real Madrid
die in Indonesische fabrieken in miljoenen oplages voor ontwikkelingslanden
worden gefabriceerd hebben een groot voordeel. Ze zijn goedkoop en na 10x
wassen kan je er doorheen kijken dus word het tijd voor een met trots gedragen
nieuw setje. Zo vernieuw je jezelf voortdurend. Vier jaar later had de
stervoetballer geen contract bij Real Madrid gekregen. Ze waren zelfs niet
langs geweest. Hij was nu Rasta geworden met een geel groen gehaakte katoenen
muts over zijn dreadlocks. In Senegal noemen de Rasta’s zich Bay Fall. Hij
noemde zichzelf nu ook zo. Bay Fall kwam vragen of ik hem Nederlandse les wilde
geven en hij had een via de NL ambassade aangeschaft ‘inburgeringspakket’ bij
zich. Met pittige Nederlandse lessen. Hij vertelde trots dat hij sinds enige
tijd een Nederlandse vriendin had en dat hij zo spoedig mogelijk naar Nederland
wilde verhuizen om daar te gaan werken en succesvol te worden. Als je daar
eenmaal bent Bay Fall kom je dan ook weer terug? Nee, nee alleen voor vakanties
of zo. Verleden jaar is de Nederlandse mevrouw die in Dakar NL les gaf aan
aspirant immigranten naar Nederland terug gekeerd. Zij had door de aangescherpte toelatingseisen nauwelijks nog leerlingen.
Bay Fall had tranen in zijn ogen nadat ik hem tot drie
keer toe had uitgelegd dat ik in Senegal woon en werk om jonge mensen juist in
Senegal te laten blijven om door hard studeren hun eigen land op te helpen
bouwen. Bay Fall vond echter dat het mijn morele plicht was om hem te helpen.
Wij waren volgens hem immers vrienden. Toen ik hem voorhield dat hij dan maar
15 Euro per uur moest betalen net zoveel als de voormalige Nederlandse Juf had
gevraagd jammerde hij dat zijn vriendin geen geld had om de lessen te betalen.
Waarom moet zij het betalen? Bay Fall wilde immers weg. En nu hij zijn voetbal
aspiraties had ingeruild voor een andere droom moest hij zelf maar een baantje
zoeken om de lessen te betalen. Opeens was ik weer een buitenlander. Ik zou
geen idee hebben hoe moeilijk het was om werk te vinden. Toen ik hem voorhield
dat het merendeel van de Senegalezen hem geen baan wilde geven vanwege zijn
rasta uiterlijk en houding maar dat hij morgen aan het werk kan op een van de
door Chinezen strak uitgevoerde bouwprojecten in Dakar en dan makkelijk 120.000
CFA (185 Euro) per maand zou verdienen werd Bay Fall bijna onvriendelijk. Hij
draaide weer bij en begon te smeken. Hij wilde ons hele huis wel schoonmaken
als ik maar les gaf. Vond hij ons huis dan vies? Het was toch schoon en ik
vertelde hem dat wij ons eigen huis zelf schoonhielden en dat wij zelf kookten
en niemand in zouden huren om voor ons te werken. Op mijn vraag of wij soms
zijn enige hoop waren en waarom hij geen plan B had staarde hij mij met grote
ogen aan. Plan B? Ja, en plan C en D. Of wilde hij ons vertellen dat wij zijn
énige houvast waren om uit Senegal weg te komen? Als pleister op de wond heb ik
hem laten gaan met de boodschap om mij verslag uit te brengen bij wie en met
wie hij gesprekken heeft gevoerd om geld te verdienen voor zijn Nederlandse
lessen. Ik vermoed dat ik hem nooit meer zal zien en ik heb toen de planten van
de jongens water gegeven, want die moeten ook groeien.
Na ons geanimeerde gesprek denderde de Inter City het
station van Utrecht binnen. Wij namen kalm en warm afscheid van elkaar en
zouden contact houden. Ik was onder de indruk van Kon Kelei zijn doelstelling om
naar Soedan terug te willen keren. Met als grootste cadeau een internationaal
erkend diploma. Ik heb hem nog een mailtje gestuurd maar hij zal het te druk
hebben gehad met antwoorden.
26 oktober 2009
Hallo Kon,
Het was natuurlijk bijzonder om je te
ontmoeten. En het zal wel zo moeten zijn.
Ondertussen heb ik jou website gelezen
en ook informatie over de buurt, het zuiden van Sudan en de huidige politieke
situatie. De site is goed geschreven en geeft redelijk informatie. Op sommige
technische punten zelfs iets te veel. De spaarzame foto's laden langzaam.
Maar ..waar zijn de foto's van de
doelgroep? De a.s leerlingen, de leerkrachten ... de buurt, de natuur, de geschiedenis van Bor en de rivier? De lagere scholen.... waar de kinderen
vandaan gaan komen.... en de positieve toon?
Maak ook een avondschool in het zelfde
gebouw voor volwassenen onderwijs.....
2,5 jaar later blijkt er opnieuw veel werkt verricht te zijn rond de school in Cuey Machar en is Soedan opgesplitst in twee landen. Onlangs kon ik in Dakar via internet en
uitzendinggemist.nl de bijzondere
documentaire ‘Achterland
de weg terug Cuey Machar’ zien. Gemaakt door Albert Elings en Kon Kelei. De
stoeipartij in de goed ingerichte kamers van het asielzoekerscentrum en de
aankomst op het vliegveld van Khartoum geven de indruk dat het Kon Kelei
emotioneel goed is gegaan. Maar de blik in zijn ogen, en die van zijn moeder en
familie vertellen nog steeds het verhaal van vroeger. Ik herken die blik ook in
de ogen van onze kinderen in Dakar en van vroeger in
de ogen van mijn moeder die ons niets wilde vertellen over de verschrikkingen
van de oorlog in Nederlands-Indië toen de Japanners het overnamen van de
Nederlanders. In de documentaire op 38 minuten en nadat hij de kamer heeft
verlaten waar hij hoorde dat hij geslaagd is was Kon Kelei geëmotioneerd. Hij
verteld over zijn neef die hij moest achter laten. De neef is nooit meer terug
gevonden. Kon Kelei spreekt met de zelfde
stem zoals de kinderen bij ons in Dakarkids als die na enige tijd zijn bijgekomen
en proberen te vertellen over hun levensloop. Het gaat altijd over verlies en
diepe emotionele wonden die onzichtbare lidtekens zullen achter laten. Kon Kelei vraagt zich af waarom hij het wel heeft overleefd en zijn neef niet? Die
school van Kon Kelei en zijn vrienden moet er om die reden dan ook komen. Een
school waar de overlevenden met elkaar kunnen leren, lachen, spelen en soms
kunnen huilen over een verleden wat opnieuw een onzekere toekomst heeft. Zijn
telefoon nummer heb ik niet. Wel de donatiemodule
van de stichting rond de school
van Kon Kelei en het gironummer als je buiten Nederland zou wonen Giro 96 24 01
– De Dakarkids hebben de documentaire ook gezien zij waren stil en sommigen
lieten hun blik wel eens afdwalen. Zij hadden dan de zelfde blik in hun ogen als Kon Kelei en
zijn moeder in de documentaire.
En schreef Etty Hillesum niet als
volgt in haar dagboek:
"De omstandigheden, de goede en de slechte, moet
men aanvaarden, wat niet belemmert dat men zijn leven eraan kan wijden de
slechte te verbeteren."
(Dagboek van Etty Hillesum, Vrijdag 3 juli 1942)
Foto's van George Steinmetz
Er dreigt weer oorlogsgevaar in Soedan
Een nieuwe echte school in Cuey Machar
Dakarkid Abdou 2012 ADHD (Alle Dagen Heel Druk)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
plaats een reactie we horen graag van je!