In 2007 organiseerde ik een
voetbalwedstrijd tussen Talibe’s en een reeds bestaande voetbalclub. Talibe’s
zijn leerlingen van een Koranschool die vaak een redelijk goede conditie hebben
omdat zij gemiddeld 12 uur per dag op straat lopen te bedelen om hun lesgeld
aan hun leraar de Oustache te kunnen betalen. De jongens hebben meestal een
plastic bak of een leeg blik bij zich waarin gekregen etenswaren zoals
ongekookte rijst of suiker bewaard kan worden. De grote goudkleurig rode 2,5
liter blikken zijn eigenlijk vergelijkbaar met de Nederlandse collectebussen.
Zij hebben het zelfde doel alleen de doelstelling is anders. In Nederland is
collecteren inmiddels fondsenwerven gaan heten en er zijn zelfs professionele organisaties die alleen maar bedelacties opzetten en die breed op communicatie en
media inzetten om zoveel mogelijk op te kunnen halen. Als de Talibe's dat zouden kunnen dan was hun probleem snel opgelost.
De tegenpartijen op de voetbaldag waren 4 teams
van een lokale voetbalclub. Ook jongens tussen de tien en vijftien jaar oud. In
onze wijk heerst grote armoede en 70% van de bewoners is onder de 25 jaar. Zij
wonen bijna allemaal in de dicht op elkaar gebouwde in de rechthoekige in U vorm
gebouwde familiehuizen. Denk maar een buitenmuur met een ingang. Dan een open plek
met links en rechts allemaal kamertjes. Aan het einde van de grote openplek
weer een rijtje kamers waarvan de middenkamer meestal groter is en wat luxer
want daar woont het hoofd van de familie. In de kamertjes wonen veelal hele
gezinnetjes en als de kinderen ouder zijn dan slapen de jongens uit de
verschillende gezinnen bij elkaar in een aparte kamer. De meisjes blijven bij
de moeder slapen anders bij de grootmoeders.
Om succesvol te kunnen collecteren met je
dus draagvlak creëren. Talibe’s doen dat op blote voeten in vieze en
gescheurde kleding. Onbehandelde en zichtbare ontstekingen willen ook nog wel
eens helpen om extra veel op te kunnen halen. Er zijn goede en slechte
bedeldagen. Als het niet lekker gaat dan zitten hele groepen Talibe’s bijeen en
bespreken de toestand en bedenken nieuwe strategieën. In Nederland ontwikkeld
de overheid vage strategieën om minder aan ontwikkelingslanden te geven vanuit de Nationale Volkspot en de NGO’s die zich van hen afhankelijk hebben gemaakt zijn
nu ook de weg een beetje kwijt. Want veel subsidies die de overheid uitdeelde
was eigenlijk geleend geld waar veel rente over betaald moet worden. De meer
dan 8000 PI’s ofwel Particuliere Initiatieven in Nederland raken ook steeds
meer draagvlak kwijt want het Nederlandse volk krijgt de eigen rekening
gepresteerd. De meest succesvolle banken in Nederland lijken de voedselbanken
te worden.
In tegenstelling tot jongens die nog een
thuis hebben wonen de Talibe’s ietsje minder luxueus en ver van hun familie die
in de dorpen zijn achtergebleven. Talibe’s wonen veelal in onafgebouwde huizen
waar geen ramen, deuren, geen elektra en sanitaire voorzieningen zijn. De
gemiddelde grote van zo’n woongroep is circa 25 jongens met een Oustache die
zich ook wel Marabout laat noemen omdat hij zich dan meer status aan kan meten.
Vergelijk een Oustache met een lagere school onderwijzer en een Marabout met
een leraar op een gymnasium. Het is zeer onzeker of beiden een diploma hebben
maar het verschil in kleding maakt al veel duidelijk. Kernactiviteit is de
‘initiatie’ van hun leerlingen in de beginselen van de Koran. Door de jongens
te laten bedelen leren zij wat respect en nederigheid is. Er blijft gemiddeld 2
uur per dag over om de Koranteksten uit het hoofd te leren en de oud Arabische
schriftuur te oefenen. De Oustache of Marabout heeft meestal een assistent van
rond de 18 jaar en die slaat er flink op los als de leerlingen in slaap dreigen
te vallen.
Er gebeurde iets wonderlijks op die
voetbaldag. Van de vier wedstrijden werden er drie gewonnen door de Talibe’s.
Zij waren ongetraind en minder gedisciplineerd dan de ‘echte’ voetballertjes.
Die keurig in het gareel met redelijk goed schoeisel en shirtjes als aanstaande
winnaars aan kwamen zetten. De felheid waarmee de Talibe’s speelden had
kennelijk alles te maken met hun grote frustratie omdat zij als een soort onderklasse en
voortdurende verliezers werden beschouwd. Zij zwierven immers dagelijks in
ongewassen oude kleding over straat om 1 euro voor de meester en hun eigen eten
bij een te bedelen. De trainers van de voetbalschooltjes keken verbaasd en boos
naar hun pupillen. Die soms al jaren door hen getraind waren. Hun talentvolle jongens
werden weggespeeld door een bende armoedezaaiers?
Op die dag is F.C. Dakarkids geboren. Een
voetbalclub voor de allerarmste kinderen. Er wordt geen verschil gemaakt tussen
Talibe’s of straatkinderen. Want eigenlijk heb je nauwelijks straatkinderen in
Senegal of beter gezegd West-Afrika. Ieder kind woont wel ergens in een eigen
thuis of bij een familielid. Er zijn wel weeskinderen maar die worden in 99,9%
van de gevallen door andere familieleden opgevangen. Natuurlijk waren de
Marabout's niet blij met ons initiatief. Hun beste leerlingen waren vaak ook
hun beste bedelaars. Jongens die echter ook op het voetbalveld wilden winnen.
Door grote druk uit te oefenen op de Oustache's en Marabout's en hun te wijzen
op hun illegale praktijken nam het aantal onofficiële Koranschooltjes in de
loop van twee jaar zeer af. Sommige Koranschool leiders gaven hun werk op maar lieten hun leerlingen
onverzorgd achter. Het aantal semi-straatkinderen nam daardoor sterk toe.
Ondertussen groeide F.C. Dakarkids
voorspoedig. De jongens echter ook. Door samen te gaan met een bestaande
voetbalclub konden de ‘kleintjes’ doorschuiven naar de teams met hogere
leeftijden van F.C. Mamasport. Heden Dakarkids/Mamasport. En weer groeiden de
jongens door. In 2007 was de gemiddelde leeftijd 12 jaar nu vijf jaar later
zijn die jongens 17 of ouder. In 2010 werd er aansluiting gezocht met de oudste
en bekendste club van Yoff, Renaissance Sportive en werden de drie voetbalclubs
de hoofd gebruikers van het lokale stadion. Dakarkids heeft een groots renovatieplan geïnitieerd voor het stadion want dat is hard nodig. En al die
werkeloze vaders en jongens willen ook wel eens aan het werk.
Wij hebben een paar eenvoudige regels om
lid te mogen worden van de voetbalclub. 1. Je moet op een school zitten 2. Je
mag niet meer bedelen 3. Je krijgt alleen goede voetbalschoenen en sportkleding
als je op alle trainingen aanwezig bent en als je wedstrijden speelt. 3. Als je
een grote leerachterstand hebt dan kan je naar onze speciale klasjes. Of wij
zorgen voor schoolgeld en begeleiding. 4. Als je wild, ongeremd, onaangepast of
ziek bent dan kan je voor kortere of langere tijd in Dakarkids wonen en als het
beter met je gaat wordt er een gastgezin gezocht of je kan terug naar eigen
familie als er garanties zijn dat je daar serieus wordt genomen. Kort en goed
als je gemotiveerd bent dan heb je meer kansen.
Dakarkids speelt graag in op de ambities
van de jongens. De transformatie van schijnbare verliezers naar ambitieuze
winnaars is een mooi proces om aan deel te nemen. Dakarkids bedelt de schoenen,
kleding en andere materialen op lokaal niveau en in Nederland en de jongens
doen hun best om er bij te mogen horen. De ambitie van de gemiddelde
Nederlander om te helpen kent een eeuwen oude traditie. De zendelingen uit de
19e eeuw doen het niet veel anders dan de ontwikkelingswerkers uit de 21ste eeuw. Zij laten in Nederland van zich horen en dan gaan de digitale
collectebussen hun rondes doen. Onlangs heeft Staatssecretaris Ben Knapen op veel A viertjes uitgelegd wat de visie & plannen van de overheid zijn. Eigenlijk
heeft hij gezegd dat overheid vindt dat iedereen het maar zelf uit moet zoeken.
Knapen lijkt wel zo’n Marbout in een kraakpand (de overheid) die met een oud
boekje in onbegrijpelijke taal zijn jongens en hun moeders zoet tracht te
houden. Nou geef mij dan maar de ouderwetse collectebus want het echte ‘draagvlak’
loopt op straat.
Beste William,
BeantwoordenVerwijderenJe zegt het mooi: "De ambitie van de gemiddelde Nederlander om te helpen kent een eeuwen oude traditie."
Vooral in tijden van bezuinigingen, zullen mensen het ontwikkelingsheft zelf in handen nemen en eigen hulpprojecten starten. Dit is een bewonderingswaardige, maar zeer complexe onderneming.
De documentaire De Bijsluiter van Goed Doen, zal de meest voorkomende successen, valkuilen en dilemma's in beeld brengen.
Dank voor de steun en succes met F.C. Dakarkids!
Niki